Eind november laten we de boot op de kant zetten in Gelves, zo’n 10 km van Sevilla af. Het onderwaterschip krijgt daar onderhoud en wij willen deze maand Kerst vieren met de kinderen, plannen bezoekjes aan de kapper en de tandarts en hebben jaarlijkse controles in het ziekenhuis.
In 2019 kwam bij het bevolkingsonderzoek uit dat er een tumor in mijn linkerborst zat. We waren er vroeg bij en na een borstsparende operatie en 15 bestralingen was ik succesvol behandeld. Sindsdien één keer per jaar voor controle naar het ziekenhuis. De afspraak staat voor 7 december. Bij de ingang van het ziekenhuis kom ik Angelique en Gerwin nog tegen. Ze wensen me succes, maar ik verwacht eigenlijk geen problemen. Die zijn er toch, blijkt nu. De mammografie geeft een verkeerd beeld en er wordt gelijk een biopt genomen. De uitslag kunnen we vrijdag verwachten. Echter vrijdag is de uitslag er nog niet. Het wordt maandag. Wel wordt ons verteld dat we de vliegreis naar Gelves, op 2 januari, kunnen annuleren.
Na vijf maanden blijkt de chemo zijn werk niet te hebben gedaan en wordt de behandeling omgedraaid. Nu eerst een half jaar hormoontherapie. Dit betekent wel dat ons plan om in januari 2024 weer te gaan varen, voorgoed uit de planning valt. Meteen beginnen met de hormoontherapie. Elke dag een pilletje. En dan maar afwachten wat er gebeurt. Voorlopig hoeven we niet meer naar het ziekenhuis. Op 21 september staat al een MRI gepland om te kijken of de hormoontherapie aan slaat. Eerder heeft geen zin, het heeft tijd nodig. Al met al is dit hevig balen, maar er zijn erger dingen. Dit doet ons besluiten om binnenkort naar Spanje te gaan en de boot alvast een stukje richting Nederland te brengen.
We vertrekken dan woensdag 12 juli naar Eindhoven en dan vliegen we donderdag 13 juli om 6.55 uur naar Sevilla. Het nieuwe anker, de accu’s en weet ik wat al niet meer hebben we verzonden via DHL naar de haven. Als alles goed gaat wordt dat op woensdag 12 juli afgeleverd. Het is de bedoeling dat de boot 17 juli weer het water in gaat om de boot richting huis te varen. De bedoeling is dan om uiterlijk 19 september in Marseille te zijn om dan met de trein naar huis te gaan voor de MRI.
We gaan het eerste stuk vlak langs de kust i.v.m. de Orca’s. Via Gibraltar gaan we dan de Middellandse zee op. Daar blijven we dan de kust volgen langs de Spaanse costa’s tot Valencia.
Hier steken we over naar Ibiza en via Mallorca en Menorca. Vandaar naar Barcelona en dan naar Marseille. De planning is hier half september te zijn en de boot klaar te maken om via de Rhone, Canal du Rhone en het Grand Canal dÁlsace naar de Rijn te varen. Via de Rijn spoelen we dan naar huis. Als de mast plat is en goed op de boot ligt, gaan we voor de MRI een paar weekjes naar huis. Begin oktober zijn we weer terug op de boot voor deze reis binnendoor naar huis.
Maar eerst gooit onze zoon Huub nog wat roet in het eten.
Zaterdag 8 juli.
Huub is met een paar vrienden met de camper voor een paar dagen in Duitsland om te wakeboarden.
Er is echter iets mis gegaan tijdens het wakeboarden en nu is zijn duim afgescheurd van de hand vanaf de onderkant van de duim. De duim hangt nog aan een paar stukjes tussen duim en wijsvinger. Met de traumahelikopter wordt hij naar de universiteitskliniek in Regendsburg gevlogen. We willen voor vertrek naar Spanje nog naar hem toe, maar het wordt allemaal wel krap. Na overleg met Huub halen we nog wat spullen op uit zijn huis.
Maandag 10 juli.
De verpleegkundige uit het Dijklander heeft ervoor gezorgd dat we een recept krijgen en kunnen dat ophalen. De medicijnen kunnen echter pas dinsdag opgehaald worden in Beverwijk.
We charteren Tom daarvoor en besluiten nu toch de 810 km naar Regensburg te rijden om Huub te bezoeken. We rijden om 14.00 uur weg, nadat Tijmen de camper heeft afgeleverd na het wakeboard avontuur. We rijden om de beurt en stoppen in Schlüsselfeld om de nacht door te brengen. Het is een aardig dorpje merken we als we een korte wandeling maken.
Dinsdag 11 juli.
Vroeg weer op om rond negen uur bij Huub te kunnen zijn. We vinden het meteen. Het is een enorm complex, deze universiteitskliniek. Huub ligt op de ongevallen afdeling en we hebben hem snel gevonden. Zijn arm zit tot zijn elleboog in het verband en hij heeft een infuus met medicatie. Huub is blij dat we er zijn en wij ook. De arts komt langs en legt ons uit hoe de operatie is gegaan. Het is een universiteitskliniek en dit zien ze niet alle dagen, jaren. Dit heeft veel belangstelling. Er wordt nogmaals benadrukt dat hij mazzel is dat zijn bloedvaten in de hand anders lopen als bij anderen. Anders was hij zijn duim kwijtgeraakt. Toen het ongeluk net gebeurd was waren er ook een arts en een verpleegkundige aan het wakeboarden. Die werken daar op de handafdeling en hebben ervoor gezorgd dat hij meteen naar die kliniek gebracht werd, terwijl München dichterbij was. ’s Middags en ’s avonds gaan we nog een keer heen. We blijven niet zo lang.
Woensdag 12 juli.
We gaan nog een keer naar Huub en nemen afscheid voor tien weken. Fijn dat we er geweest zijn. De artsen gaan straks weer kijken hoe de wond eruit ziet. Wij rijden rond tien uur weg. Tom heeft gisteren de medicijnen opgehaald en afgeleverd bij onze buren. Wij rijden naar van der Valk Eindhoven en komen daar gelijk met de buren aan. Ze geven meteen de medicijnen en dan eten we samen een lekker hapje. Daarna rijden we naar vliegveld Eindhoven waar wij een kamer hebben geboekt voor vannacht omdat we al om 05.00 uur op het vliegveld moeten zijn. Buurman John neemt de camper mee naar huis en zal die in de garage zetten en buurvrouw Ina brengt haar eigen auto thuis. Goed geregeld. Wij lopen naar het hotel. Best bijzonder, je moet binnendoor de parkeergarage. We melden ons en krijgen de sleutelkaart. Nou zijn wij niet zo van de hotels, maar voor € 90,00 krijg je niet veel. We douchen even lekker en duiken rond tien uur in bed.
Donderdag 13 juli.
De wekker gaat om kwart over vier en we waren nog ver weg. Omdat we maandag toch vrij plotseling naar Regensburg gingen, hadden we ook de vliegbagage al mee. En diverse dingen vergeten, maar haren kammen kan ook met je handen, vooral bij mij. Binnen vijf minuten zijn we op het vliegveld. We hebben nergens ons paspoort voor nodig gehad, niet bij het boeken en niet op de luchthaven. De reis verloopt voorspoedig en om tien uur hebben we een Über met airco die ons om half elf bij de haven aflevert. Daar is het gelijk tegen de 40 graden. Op de haven zijn ze blij ons te zien. De vooruit gestuurde doos staat al in het kantoor en de kist komt vanmiddag. Op de boot is alles goed. Het ziet er ongezellig uit omdat we alle kastjes open hebben gezet en de kussens rechtop toen we weggingen in januari, maar dat is zo gepiept. Nelly, het hondje van buurvrouw Diana, begroet ons hartelijk. We klimmen de trap op naar Diana’s boot. Ze kan niet van de boot af want ze heeft een ontsteking aan haar been. We maken een praatje en ze vindt het heel leuk dat we er weer zijn en niet leuk dat we dinsdag alweer weg gaan. We brengen de doos met spullen naar de boot, en later blijkt dat ze de pallet met de kist erop ook in het kantoor hebben gezet. We lopen een aantal keren heen en weer met druipend zweet van ons lijf, want het kantoor gaat om 14.00 uur dicht. Het moet allemaal weer een plekje krijgen, maar dat lukt. Ron haalt de apparatuur uit het vooronder om alles weer aan te sluiten. De boot ziet er bar uit op dek, maar hier is iemand aan het werk die de boot wel wil schoonmaken met de hoge druk reiniger.
Hij komt uit Kameroen en is een boot aan het afschuren. Hij verdient daarmee 5 euro per uur en hij werkt 10 uur per dag. Misschien is hij meer gewend aan de warmte want hij draagt een broek en een shirt en daaroverheen een overal met een doek over zijn hoofd, een mondkapje en een stofbril. Ron biedt hem 100 euro voor het schoonmaken. Alle drie blij. ’s Middags moeten we toch even boodschappen doen hoewel het daar eigenlijk te warm voor is. Het is 11 minuten lopen en onderweg pauzeren we even. We komen bij de dichtstbijzijnde supermarkt, een Aldi, en doen lekker lang over de boodschappen. Maar ja, dan moeten we toch naar buiten. Bam, zo’n warme wind. We eten de waterijsjes op die we hebben gekocht. Heerlijk. En dan weer naar de boot. Eigenlijk hebben we geen trek in eten. We drinken de hele dag water en nemen alleen wat soep met een broodje en een toetje. Ron loopt een rondje over de haven om een winderig plekje te zoeken en belandt bij een Argentijn die tijdelijk op de boot van een vriend woont en een vrouw en twee kinderen in Berlijn heeft. Hij is bezig de motor van de boot te reviseren. Een aardige man. ’s Avonds komt hij met een handgeknoopt kruis dat mij geluk moet brengen. Wat lief.
We appen met Huub. Het stukje kunsthuid is vervangen maar de zwelling moet flink afnemen voor het gehecht kan worden. Er is een stukje huid tussen uit gereten en dat moet meer naar elkaar toe. Ze geven het tot dinsdag de tijd, anders wordt het opereren met een stukje huid uit been of buik. Intussen moet hij de arm steeds omhoog houden wat behoorlijk vermoeiend is. Hij heeft wel iets om naar uit te zien want zaterdag komt Jacko bij hem op bezoek en zondag maken Lars, Dirk en Ramon de reis om hem te bezoeken. Fijn zulke vrienden die er 1620 km rijden voor over hebben voor een bezoek. Hij heeft gevraagd of hij dan met hen mee mag lunchen in de stad en als er geen infectie optreedt mag dat. We gaan de nacht in. Het is nog steeds erg warm en Ron gaat buiten liggen. Halverwege de nacht gaat hij naar binnen op de bank in de kajuit. Zelf slaap ik prima na het korte nachtje van woensdag.
Vrijdag 14 juli.
Vanmorgen is het afgekoeld naar 28 graden. Dat is te doen. We bellen Huub. Hij heeft last van zijn bovenarm omdat hij steeds zijn arm omhoog moet houden om de zwelling zoveel mogelijk te laten slinken. Hij zal de fysiotherapeut vragen wat hij het beste kan doen en misschien is er een hulpmiddel voor. Wij halen de afdekzeilen los, maken de vul openingen bij de watertanks schoon en vullen de tanks. Ron sluit de gasfles aan en we ruimen de laatste rommeltjes op. We gaan onder de tuinslang en laten ons opdrogen in de wind. Dat geeft even wat verkoeling nu de temperatuur weer is opgelopen naar 36 graden. Het waait wat harder als gisteren en dat is fijn.
Zaterdag 15 juli.
We krijgen een appie van Erich en Monica. Gefeliciteerd met jullie 41-jarig huwelijk. We hebben er zelf nog niet eens aan gedacht. Onze gedachten gaan terug naar een jaar geleden toen we onze reis nog maar net was begonnen. We doen weer rustig aan, we moeten ons wel aanpassen aan de temperatuur. We hebben afgesproken om met Diana te gaan lunchen bij de pizzeria dichtbij. We halen haar om half twee op en lopen erheen. Uiteraard kent iedereen haar daar en we worden hartelijk begroet. We nemen de tijd. Bij de boot aangekomen hangen we witte lakens op om zoveel mogelijk zon te weren. Om 20.00 uur gaan we naar de supermarkt, we doen weer lekker lang over de boodschappen in deze heerlijk koele winkel.
Met mij gaat het goed. De enige bijwerking tot nu toe is een droge mond. Dus hopelijk blijft dat zo, maar ik durf nog niet te juichen. Ik slik deze pillen nog maar tien dagen. De pruik heb ik hier maar in een doos gestopt. Dat is niet te harden bij deze temperatuur. Zo te zien krijg ik niet mijn eigen kleur terug, het ziet er grijs uit. Ik wacht het wel af.
Zondag 16 juli.
Er klinkt al de hele morgen vrolijke fanfaremuziek op de haven. Het blijkt vandaag de dag van de maagd “Del Carmen” te zijn de beschermheilige van de vissers. Dit wordt in zuid Spanje op elke haven gevierd. Er liggen een paar versierde bootjes aan de steiger die vol geladen worden met mensen in feestkleding. Ze gaan bloemen strooien op de rivier als offer voor Del Carmen.
De man uit Kameroen drinkt bij ons koffie. Hij werkt hier om de studie voor zijn twee dochters te kunnen betalen. Over twee jaar zijn ze klaar met hun studie en willen dan naar hier komen om te werken en voor hun vader te zorgen. We hopen van harte voor hem dat dit gaat lukken.
We eten weer bij de pizzeria. Het is echt te warm om zelf te koken. Voor de rest doen we weinig. We zoeken een plekje in de schaduw op met een fles water en een boek en bewegen zo weinig mogelijk. Dan zweten we evengoed al genoeg. Het blijft tot laat warm. Ron neemt de kussens uit de kajuit mee naar buiten en slaapt daar. Ondanks de warmte vallen we toch in slaap.
Maandag 17 juli.
Na het ontbijt gaan we meteen naar de supermarkt. Dan is het nog te doen. We willen veel water halen. In het kraanwater hier zit chloor en Ron vindt dat niet zo lekker. Mij maakt het niet veel uit. We mogen de boodschappen trolley van Diana gebruiken die al jaren onder haar boot ligt, maar het werkt wel. 15 liter water in de trolley en nog wat in de rugzak. Dat gaat goed. We hebben Diana beloofd dat Ron voor haar zal koken en we snijden alvast de benodigde groenten. Daar hebben we straks geen zin meer in. We hebben afgesproken met het kantoor dat we de rekening willen betalen van de stalling en het hijsen van morgen. Dat gaat een stuk sneller als de vorige keer. We krijgen ook nog 25% korting. Dat heb je als vaste klant. Intussen draai ik even een wasje zodat morgen alles schoon mee kan. Om half twee meldt Diana zich al. Ron zit buiten klaar met de elektrische pan en begint de gesneden groente er in te doen.
Het blijkt dat er genoeg te eten is, dus nodigen we Djorro, de man uit Kameroen uit om mee te eten. Even het stof van zijn gezicht wassen en daar is ie. We eten gezellig met elkaar aan de grote kist. Djorro gaat weer aan het werk en wij blijven zitten met Diana en Nellie haar hondje. Ze houdt het lang vol. Om half acht wil ze ons meenemen naar de bar voor een koud drankje. Maar de bar opent pas om half negen en zolang willen we daar niet op wachten. Ron brengt Diana naar haar boot, Rolling Waves II, en wij zitten nog even op de steiger aan de rivier. Het is eigenlijk te warm om naar bed te gaan. Ron gaat in de kajuit slapen en ik in bed. Wonderlijk dat we toch goed slapen.
Dinsdag 18 juli.
De wekker gaat om half acht want straks gaat de boot het water in. Van de vorige keer hebben we geleerd dat Spanjaarden eerder te vroeg als te laat zijn. Om half negen komt de lift al aangereden.
Het verloopt soepel. De mannen doen het vaker. Om negen uur varen we al naar een plekje aan de steiger. We drinken koffie en bellen een uurtje met Huub. De operatie waarbij een stukje uit zijn buik of been in zijn hand geplaatst wordt zal vermoedelijk volgende week plaatsvinden. Het is een operatie van zes uur. Huub is dus nog zeker twee weken daar in het ziekenhuis. Hij is lopend patiënt en verkent de prachtige omgeving rond het ziekenhuis. Hij wil toch zijn conditie weer opbouwen. Koffie is op, dus voor de laatste keer naar de Aldi. Nog even lummelen we lekker in de koele supermarkt. Helaas zijn de citroenijsjes op, dus maar een flesje koud water voor onderweg. De afspraak met Djorro staat voor twee uur. Om half drie gaat Ron hem halen. Dan moet Djorro nog om zeep uit. Hij zou toch moeten weten dat alle winkels hier van twee tot vijf dicht zijn. Hij komt met een flacon zeep terug die hij opgescharreld heeft en gaat aan de gang. Het resultaat is niet wat we hadden verwacht maar het wordt niet beter. Na een uur of drie dan maar stoppen. En het is zo warm. Echt, de kleding die we aanhebben is drijfnat. Samen zetten we de genua erop. Eerst wat drinken. Dan tillen we de rubberboot weer op het voordek. En weer water drinken. De zon is onder en het waait wat. Heerlijk. Om 20.00 uur gaan we de kant op met een paar alcoholvrije biertjes om afscheid te nemen van Diana en haar hondje Nellie. We waren nog nooit in haar boot geweest. We pasten er net nog bij.
Ze hecht aan alles en kan niets weg doen. Ze vindt het heel vervelend dat we weg gaan maar we beloven terug te komen in de winter met de camper als de omstandigheden het toelaten. We zeggen ook nog even gedag bij Jose die deze week aan zijn boot aan het werk was. Hij heeft de boot net gekocht en we keken ervan op dat er Gdansk achterop zijn boot staat met een Poolse vlag. Veel Spanjaarden varen onder Poolse vlag. Om je schip te registreren in Spanje moet je veel belastingen betalen. Je kunt in Polen eenvoudig en voor weinig geld je schip laten registreren al spreek je geen woord Pools. Dit wordt dus best veel gedaan. Om 21.00 uur zwaaien Diana en Nellie ons uit en met de motor op de stroom mee varen we weg. Rond half twaalf stoppen we bij een steigertje. Het is aardig donker dus goed opletten. We liggen net vast als er een containerschip vanaf Sevilla richting zee gaat. Door zijn golfslag staat dan even alles op z’n kop. We drinken nog wat water en wegens de warmte slapen we weer gescheiden.
Woensdag 19 juli.
Vannacht is er nog twee keer zo’n containerschip langs gevaren. Daar word je wel wakker van, waardoor we wat later in de ochtend wakker worden. De wind is niet de goede richting dus de motor weer aan en zo varen we verder over de Guadalquivir rivier. Het is nog steeds warm dus het laken weer over de kuip spannen. We krijgen een appie van Huub. Hij krijgt een andere kamer en stuurt een verhuiskaart in de app. We bellen een half uurtje met elkaar. We stoppen om 18.16 uur bij Rota. Daar gooien we het anker uit. Heerlijke temperatuur en heerlijk zwemwater. We zwemmen een rondje om de boot en zien dat de agressieve zeep van Djorro nog meer schade heeft aangericht aan de romp. Dat wordt een klus voor volgend jaar. We slapen eindelijk weer eens allebei in bed. Maar ik niet fijn. Er staat swell op deze plek en de boot rolt van links naar rechts. Daardoor ontstaan ook allerlei geluiden.
Donderdag 20 juli.
We staan op maar ik ben niet echt uitgerust. Het is nog 5 mijl naar Cadiz en we rollen alleen de genua uit. We krijgen een mooi plekje in de haven en drinken eerst eens rustig koffie met de krant op het tablet.
Het is tegen twee uur en we gaan de wal op. We lopen naar de stad, ca. 25 minuten. De stad ziet er prachtig uit. We willen naar Camera Obscura maar gaan eerst lunchen. We hebben wel eens lekkerder geluncht. Na de lunch en een stukje lopen, komen bij Camera Obscura. Helaas is de middag al volgeboekt maar we kunnen nog voor morgen half twee boeken. We lopen nog door wat smalle straatjes en steegjes vol terrassen en gezelligheid en kopen een ijsje. We krijgen een app van Huub. Hij heeft een bloedvaten onderzoek gehad en 26 juli wordt hij geopereerd. Er wordt een deel van zijn dijbeen tussen zijn hand gezet. Dat geeft wel een litteken van 20 centimeter op zijn been. Als alles goed loopt zou hij dan ongeveer een week later naar huis kunnen. En dan zijn we weer op de boot. We doen rustig aan en Ron poetst aan de boot om het dek netjes te krijgen. We zitten in de kuip en horen muziek van de muziekweek in de stad. Jammer dat het 25 minuten lopen is. Net te ver om er nog even heen te gaan.
Vrijdag 21 juli.
Tijdens de koffie bellen we met Huub. Lars en Ricardo zullen er over een half uur zijn. Gezellig voor hem. We lopen naar Cadiz voor ons bezoek aan de Camera Obscura in Torre de Tavira. Het gebouw is 45 meter hoog en we moeten 173 traptreden op.
Het is een leuke belevenis. Op een computer wordt nog getoond hoeveel van deze camera’s in Europa zijn, in Nederland staat er geen een. Daarna zitten we op een terras aan een biertje en kijken we mensen. Altijd leuk. Nog even naar de Aldi voor brood en wat andere boodschappen en dan weer terug naar de boot. Al met al veel gelopen dus de beentjes maar even lang uit.
Zaterdag 22 juli.
Om kwart over tien gaan de trossen los in Cadiz en om half zes meren we af in Barbate. Mooie zeiltocht op grootzeil en spinnaker. Lekker windje.
Hier staan 10 boten op de kant zonder roer na orka aanvallen in mei. Er stonden er nog meer, die zijn inmiddels gerepareerd. Tegen acht uur lopen we naar de stad. Het is er gezellig druk, het strand zit nog vol. We eten bij een pizzeria die we hebben uitgezocht op de beoordelingen en eten er heerlijk. Op de kant lagen heel veel oude ankers, op de foto is dat wat onduidelijk.
Zondag 23 juli.
Na de douche gaan we op pad naar Gibraltar. Er is gisteravond in de buurt een aanval van orca’s geweest dus we blijven vlak onder de kust op de motor varen. We bellen met Huub. Lars en Ricardo zijn na de koffie weer naar huis gegaan en Huub kan even bijkomen van dit, voor hem, best wel drukke weekend. We zien onderweg gelukkig geen orca’s. We ronden Tarifa, het meest zuidelijke punt van onze reis.
Bij Gibraltar zien we op afstand nog wel dolfijnen. We Krijgen een mooi plekje in de haven en meren af.
We hebben weer geen zin om te koken. Tegen acht uur lopen we de stad in en verwachten wel iets tegen te komen. We zitten op een gezellig terras dat rond half negen al helemaal vol zit. We eten er heerlijk en we wandelen nog wat door de stad.
Maandag 24 juli.
Het plan is om naar de rots van Gibraltar te gaan. We denken dat op de fiets te doen maar dat mag niet. Dus willen we met de bus naar de kabelbaan. Maar eerst moeten we met ons paspoort door de douane, want Gibraltar is Engels grondgebied. Als de bus ons bij de kabelbaan afzet, werkt deze vandaag niet wegens de harde wind. Het alternatief is een taxibusje met 7 personen. Dit blijkt eigenlijk nog leuker te zijn. Hij stopt op de vijf mooiste punten van de rots en daar kijken we dan even rond. Tijdens het rijden beantwoord hij ook onze vragen dus echt een toegevoegde waarde die we met de kabelbaan niet hadden gehad. Er zijn veel aapjes die gewend zijn aan mensen.
Ze springen op de auto’s en de chauffeur lokt ze met een pinda waarna ze bij iemand op de schouder springen. Het is een leuke trip, heel erg toeristisch maar toch leuk. Hieronder een paar foto’s van de grotten die daar zijn. Het beeld vertekent wat omdat ze op een bijzondere manier verlicht zijn.
Effe uitpuffen op de boot en tegen vijf uur de kant op om boodschappen te doen. Via google lopen we naar een supermarkt die tot half tien open is. Niet dus. Ook de volgende is dicht, terwijl bij openingstijden staat dat ie open zou zijn. Dan maar op zoek naar een bakker, ook dicht. Uiteindelijk maar terug naar de boot voor een blik soep met soepstengels.
Dinsdag 25 juli.
Ron gaat de kant op voor een brood en na het ontbijt vertrekken we. We tanken de dieseltankjes vol en gaan. Het is best een hobbelig zeetje maar we zeilen lekker. De wind neemt toe en we speren erover. Onderweg worden we getrakteerd op een dolfijnenshow.
Rond vier uur zijn we in Marbella. Via de app Navily hebben we een ligplaats geregeld. Er was alleen nog een ligplaats van 15 meter, die is iets duurder. We komen bij de meldsteiger en na aanmelden wacht iemand ons op om de lijnen aan te pakken. Er zijn geen steigers. De achterkant van de boot ligt aan de kade en de voorkant aan een mooring. Best lastig op- en afstappen voor mij. Ron heeft wat minder moeite. Het stikt hier van de toeristen. Op de gezellige boulevard zie je van alles langskomen. Er is een grote supermarkt waar we flink wat in slaan. En dan paniek. Mijn telefoon laadt niet meer op. Dat kan echt niet. Mijn halve leven zit er in. Het is al een oudje maar ik kan m nog niet missen. We vinden een telefoon reparatie zaak die helaas niets kan met Nokia. Hij verwijst ons naar de overbuurman en die repareert het in een uurtje. Dat uurtje brengen wij dan noodgedwongen door op een terras in de buurt met een biertje en een bakje olijven. We eten op de boot en gaan op tijd naar bed. De muziek gaat door tot twee uur en lawaaiige jongeren tot zes uur maar dat is vaag op de achtergrond.
Woensdag 26 juli.
Al vroeg ben ik wakker. Huub wordt vandaag weer geopereerd. Er wordt een stuk uit zijn dijbeen in zijn hand gezet. De operatie staat voor zeven uur en gisteren zei hij dat hij voor die tijd nog even wilde douchen. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat hij online is. We appen nog even met elkaar. De operatie zal ca. 6 uur duren dus afwachten. Ron haalt vers brood en neemt ook prachtige kersen mee die hij niet kan laten liggen. Na het ontbijt vertrekken we. Liggeld van 48 euro voor deze plek vinden we te veel. Helaas varen we op de motor. Er is geen wind, wat al voorspeld was. Dan komt er toch nog wind. Het grootste deel van de dag zeilen we. Huub belt nog even. Hij is suf en moe dus houden we het kort. Ruim 19.00 uur meren we af in Caleta de Velez. We krijgen een plekje en de havenmeester helpt ons afmeren want ook hier geen vingersteigers. Na het eten maken we een wandeling. Het is een leuk gezellig plaatsje met een lange boulevard. In het aangrenzende plaatsje is het kermis en we pikken vanaf de boot het vuurwerk nog even mee.
Donderdag 27 juli.
We bellen al vroeg met Huub. Hij voelt zich weer een oude man net als na de vorige operatie. Hij is na de operatie elk uur gecontroleerd of er bloed door het nieuwe deel stroomt. Daardoor is de nacht ook rommelig verlopen. Na het ontbijt lopen we naar de Aldi en om half elf varen we weg. Eerst op de motor, dan de spinnaker, wind valt weer weg, dus motor en dan weer spinnaker. Het is erg rustig op zee. Een enkele zeilboot en vissersboot in de verte. We gooien het anker uit bij la Rijana. We liggen wel wat te rollen maar de wind zal afnemen. Ik neem een zeeziekte pilletje. De wind neemt dan misschien wel af, maar de golven niet. Constant liggen rollen. Ron heeft er geen last van maar ik slaap nauwelijks.
Vrijdag 28 juli.
Ontbijten en gauw anker op. We varen op de motor, weinig wind. We bellen met Huub, voelt zich vandaag al weer een stuk beter en straks krijgt hij bezoek. Rond een uur of twee zetten we de spinnaker op. Die doet niet veel maar de motor uit is wel lekker. Met een sukkeldrafje varen we verder. De bestemming Almeria ruilen we om voor Roquetas de Mar. We varen zo langzaam, dat wordt ‘m niet. Om 19.00 uur meren we af. Tijd voor een 0% biertje.
Zaterdag 29 juli.
We worden wakker en het is al warm. Vannacht koelde het af naar 26 graden en nu is het alweer 30. We gaan naar de Dia voor de boodschappen en vertrekken om half elf. Eerst weer op de motor. In de loop van de middag gaat de wind van 2 knopen naar 22 knopen aan het eind van de middag. Met het grootzeil en de spinnaker hebben we een mooie tocht. De oorspronkelijke bestemming varen we voorbij want we gaan lekker. Rond zes uur gaan we voor anker bij Rodalquilar.
Volgens de app Navily zal er geen swell zijn vannacht. Daar gaan we dan maar van uit.
Zondag 30 juli.
Dat was dus een misvatting. De hele nacht weer liggen rollen. We gaan op tijd weer op pad. We willen naar de jachthaven in Aguilas. We hebben ook water nodig. Via Navily heeft Ron twee keer contact gelegd met de haven maar er wordt niet op gereageerd. We komen de haven in en zoeken de meldsteiger maar voor we die zien komt er al iemand armzwaaiend aan. Hij roept completo, completo. De haven is dus vol hoewel we lege plekken zien. Dan maar weer voor anker. Er is weinig golfslag dus dat moet goed gaan.
Voor het eerst deze reis gaan we met het bootje naar de wal. We halen boodschappen, Ron twee keer vijf liter water in zijn rugtas en ik de andere boodschappen. We wandelen wat, komen een Italiaans restaurant tegen en besluiten daar te eten. De ober spreekt geen Engels, wel Duits, dus bestellen we in het Duits. We bestellen combinazione, drie soorten pasta in een ovenschotel, het is heerlijk. Na een citrone mousse stappen we weer op. We lopen nog even langs de haven en zien dezelfde plekken nog leeg. Hoezo completo. We sjouwen het bootje weer in het water en Ron peddelt naar de boot. Tja en dan gaat er wat mis. We zijn blijkbaar vergeten hoe we altijd aan boord klommen met volle tassen want voor we er erg in hebben liggen we allebei met de rugtassen op in het water. Uit de rubber boot gekukeld. Ojee de telefoons. Gauw mijn telefoon uit de tas, die al aangeeft overleden te zijn. Die van Ron blijkt waterdicht te zijn. Dat is wel heel fijn. Maar nu zitten we met natte tassen en kleding drijfnat van het zoute water. Dat wordt nooit meer droog. We gooien alles in de rubberboot en Ron roeit weer naar de kant. Op het strand is een voetenspoelkraantje en daar spoelt hij de tassen en de kleding uit. Ondertussen spoel ik de appels, de kaas en de andere spullen af voor ze de koelkast in gaan. Wel balen, is net het opladen gerepareerd moeten we toch al uit om een nieuwe telefoon. Nu was dit al wel de bedoeling om dat in september te doen, maar dat gaan we morgen dus doen. Ron komt terug en we hangen alles aan de railing. Het is hier goed drogend weer, dat scheelt.
Maandag 31 juli.
We vinden diverse telefoonwinkels in de stad, dus we gaan het bootje weer in. De eerste is wegens vakantie gesloten. De tweede heeft niet veel, maar de derde heeft veel telefoons uitgestald staan. We kiezen voor de Samsung Galaxi A23 en de belangrijkste apps staan er al gauw weer op.
Hij blijkt ook nog waterdicht te zijn. Inmiddels is het alweer behoorlijk warm en aan boord gekomen maken we de boot snel klaar voor vertrek. Zeilend en af en toe de motor bij komen we in Cartegena. De havenmeester komt meteen aangelopen en wijst ons een plek aan. Weer achteruit invaren en aan de voorkant met een mooring lijn. Twee nachten voor 34 euro, dat is niet gek. Het is best warm. Pas tegen de avond gaan we de wal op en eten een pizza bij een Italiaans restaurant met tiramisu na. We wandelen nog door de stad en zien een theater uit de oudheid. Sowieso veel oude gebouwen. Velen heel mooi en van anderen staat alleen de gevel nog. Wat ze daar nog mee willen is ons een raadsel.
Dinsdag 1 augustus.
Het is weer behoorlijk warm maar toch besluiten we de boot aan te pakken. Ik heb de wasmachine gevonden en Ron maakt de kuip schoon. De kajuit stoffen en opruimen en na heel wat zweetdruppels is de boot weer schoon. Huub heeft goed nieuws. Hij mag vrijdag of zaterdag naar huis. Hij wacht alleen nog op een compressie handschoen die voor hem gemaakt wordt en het is nog niet duidelijk hoe hij vervoerd moet worden. Afwachten weer. We willen toch wat meer van de stad zien, nu we er toch zijn. We lopen langs de haven en inmiddels is een soort cruiseschip afgemeerd bij de haven met vijf masten.
Het schip heet Windsurf, grappig om te zien. We gaan op zoek naar het theater. We komen daar aan maar dit is de uitgang. We moeten nog een paar straten omlopen voor de ingang. We zijn niet de enigen die voor de uitgang staan. Een Engelse mevrouw loopt achter ons aan in de hoop dat wij de ingang vinden. En dat lukt. Het theater is ontdekt toen er woningen werden gesloopt op die plek. Het is een groot complex. Hier en daar is het hersteld en een groot deel is zo gelaten als dat het opgegraven is. En bij de uitgang kunnen we er weer uit.
We zijn op zoek naar de kathedraal, die vinden we niet dus laat maar zitten. Veel te warm. We zoeken de koelte van de Lidl op. We slaan flink wat lang houdbare spullen in. We moeten ook nu nog wat eten en besluiten voor een keer naar de Burger King, dichtbij de haven, te gaan. Dat is aan ons duidelijk niet besteed. Ik zit van oor tot oor in de saus, moet grote happen nemen want er is geen bestek. Het zal bij deze eenmalige actie blijven. We lopen weer naar de boot en ruimen de boodschappen op. De verwachting is dat we veel zullen ankeren de komende tijd. De ligplaatsen in de havens op de Balearen zijn schrikbarend duur. Bedragen tussen de 100 en 350 euro voor een nacht. Ook moet je twee dagen tevoren reserveren, maar dat is lastig als je van het weer afhankelijk bent. Als je alleen water wil tanken en er een uur wil liggen ben je ook tussen de 30 en 50 euro kwijt. Dus met volle tanks zullen wij Cartegena verlaten.
Woensdag 2 augustus.
Huub belt ons al op tijd. Als de handschoen klaar is komt er een auto voor zit/lig vervoer met twee chauffeurs uit Nederland. Die zullen Huub dan de volgende dag ophalen en naar huis brengen. Ron schrobt nog een en ander aan de boot. We vullen nog wat extra jerrycans met water en gooien de trossen los. Eerst weer op de motor met het grootzeil als steun. Na een uurtje neemt de wind toe en zetten we de genua bij. Het gaat heerlijk zo.
De wind neemt steeds verder toe, en na een paar uur rollen we het genua wat in. Ons doel vandaag is Puerto Deportivo Tomas Maestre. De brug waar we door moeten gaat elk even uur open. We zijn er mooi om kwart voor vier en drijven nog even voor de brug. Er zijn geen lampen die aangeven dat je moet opvaren maar om vier uur gaat de brug open en kunnen we er door heen. We verbazen ons dat de brug achter ons niet dicht gaat. Voor ons zien we nog twee zeilboten uit de haven komen en daar wacht de brugwachter blijkbaar op. Dat is bij ons ondenkbaar. Je moet met je neus tegen de brug liggen en ze wachten echt geen 10 minuten tot je er bent. We komen in de haven. Ron gaat de kant op, op zoek naar het havenkantoor. Dat duurt even. Met een handvol papieren komt hij weer terug. We varen naar een steiger waar de havenmeester ons aanpakt.
Het is weer zo’n steiger waar je de boot aan de achterkant vastmaakt en de voorkant aan een mooringlijn ligt. En het is warm. We hangen een beetje en eten een salade. We gaan de wal op voor de wandeling. Het is hier een aaneenschakeling van restaurants, we tellen nu al 15 pizzeria’s en dan zijn er nog veel meer soorten restaurants. We lopen langs het water. Het waait lekker, maar de wind is erg warm.
Donderdag 3 augustus.
We blijven bijna de hele dag op de boot. Het is te warm om de kant op te gaan. Huub belt dat hij zaterdag naar huis komt. Vrijdag komt er vanuit Nederland een ambulance met twee chauffeurs. Zijn been mag niet te lang gebogen zijn en het is een lange rit naar huis. Ron gaat nog even om een zinkanode uit. Die moet nog bij de schroef gemonteerd worden maar in de winkels waar we geweest zijn hadden ze steeds de goede maat niet. Hier heeft Ron meer geluk en hij komt terug met de juiste zinkanode. De zwembroek gaat aan en de duikbril op. Na drie keer duiken zit de anode onder de boot. Ron is niet opgefrist na het zwemmen. Het zwemwater is 30 graden, dat frist niet echt op. Pas om half 8 gaan we de wal op. Het is wat bewolkt geworden en het waait. Ron heeft zijn oog laten vallen op een Indiaas restaurant, helemaal aan het eind van de boulevard, waar we alle pizzeria’s voorbij lopen.
We zitten heerlijk in de schaduw en het eten is ook erg lekker. Na het eten nemen we een kijkje bij de enorme supermarkt in de buurt. Zo te zien hanteren ze ook enorme prijzen. Ruim vijf euro voor een halve meloen die nog niet eens rijp is. We zien morgen wel wat we doen.
Vrijdag 4 augustus.
Om half vier word ik wakker. Het waait enorm, ruim 23 knopen, en het zeildoek wat over de boot zit voor schaduw klappert enorm. Ik kijk of Ron wakker is, maar die slaapt. Dan zelf maar even kijken. Een van de elastieken is doorgeschafield en ik besluit het doek weg te halen. Inmiddels is Ron ook wakker en samen halen we het doek weg. We worden wakker, het waait nog steeds erg hard. We wilden eigenlijk maar Torrevieja maar blijven toch maar een extra nachtje hier in de haven. Dat doet Ron besluiten in de winkel hier dichtbij een oliefilter en olie te halen en het oliefilter te vervangen en de olie bij te vullen. Het valt mee, het oliefilter is niet erg vervuild. Maar het vervangen is nog wel een dingetje.
Het zit allemaal heel krap en past niet helemaal, dus ik hou me er maar buiten. Geef alleen maar grote stukken keukenrol aan. En dan een grote zucht, het is klaar. Nog even de motor een tijdje laten lopen en de klus is weer geklaard. We gaan de wal op om een brood te halen en lopen door naar de brug waar we eergisteren doorheen gekomen zijn, om te kijken hoe wild de zee is. Dat is van grote afstand toch moeilijk te zien. Het valt eigenlijk wel mee. We halen de zwemkleding op en zwemmen in de binnenzee. Leuk is dat hier bij de stranden vaak voetenspoelkraantjes zijn. Fijn als je uit het zoute water komt. Helaas zijn de knoppen verwijderd en komt er nog slechts een druppel uit. Brutalen hebben de halve wereld dus lopen we bij het zwembad van een appartementencomplex het terrein op en douchen daar even.
Zaterdag 5 augustus.
Huub is net opgehaald door de ambulance en rijdt richting huis. Wij maken de boot in orde voor vertrek. We gaan door de brug om 14.00 uur en we zijn niet de enigen.
Er is heel wat vaarverkeer uit en naar de haven. Er staat een wiebelig zeetje en het waait behoorlijk. Alleen de genua gaat omhoog. Het blijft flink waaien en de haven waar we aankomen hier in Torrevieja ligt aardig op de wind. En weer moeten we achteruit de box in. Achterlijnen vast en de motor in z’n vooruit tot de onder water liggende ankerlijn aan de voorkant vast zit. Er is nog maar een lijn en we hebben er twee nodig. Een havenmeester komt met een lijn en een ankertje die onder water ergens aan vast moet komen te zitten. Dat lukt niet zo erg en Ron springt overboord om de lijn onder water vast te maken.
Dat heeft ook niet het gewenste resultaat en dan gaat de havenmeester zelf onder water. Havengeld is niet misselijk, 46 euro. Inmiddels merken we dat op de boot naast ons Nederlands wordt gesproken. Een Nederlandse man, een Portugese vrouw en een kind dat geboren is in Spanje, horen we later. Zij hebben hier een boot liggen en hebben een vakantiehuis op 10 minuten rijden. Ze maken de boot schoon met een hoge drukreiniger maar hebben geen wateraansluiting die op de kraan past. Van onze wateraansluitingen maakt Ron een aansluiting waardoor het wel past en dat is die man wel een biertje op een terras waard. Hij is piloot, zij vertaalster. Het zoontje, van 7 jaar, is in Spanje op het kinderdagverblijf geweest, toen 2 jaar in Duitsland gewoond, daarna in Nederland en nu wonen ze in Frankrijk. Hij en zijn moeder spreken allebei vijf talen. Vader vier. Dat is toch wel super handig. Terwijl we op het terras zitten belt Huub dat hij thuis aangekomen is. Hij is erg moe, morgen praten we verder. Na het biertje gaan we de stad in en eten we bij een Mexicaans restaurant. We kunnen wel een tafeltje krijgen, nu om 20.00 uur, maar die moet om 22.00 uur dan weer leeg zijn. Dat hadden we laatst ook al. Bijzonder hoor.
Zondag 6 augustus.
We bellen ‘s morgens gelijk met Huub. Die klinkt erg blij. Toen hij thuiskwam stonden er veel vrienden hem op te wachten. Broer Tom had een cake gebakken, boodschappen in de koelkast, met vrienden het gras gemaaid en het huis versierd. Alles goed gegaan. Hij is vroeg gaan slapen na die vermoeiende dag. Wij gaan de kant op voor boodschappen. Het is altijd vervelend afstappen als een schip op deze manier afgemeerd ligt. We komen bij een supermarkt. We kunnen haast geen boodschappen doen wegens de mensen die in de rij staan voor de kassa en de gangpaden bezetten. De pinautomaat moet bij een andere kassa vandaan komen, maar dan zijn we er toch doorheen. Ron belt met de volgende bestemming. Club nautico Villajoyosa of die voor vannacht een plaats hebben. Dat is zo en om half een varen we weg, 40 mijl te gaan. Het waait 10 knopen en op grootzeil en genua lopen we tegen de 6 knopen. Dat gaat lekker. Kwart voor acht staat de havenmeester klaar om ons op te vangen.
We hebben zelf eten bij ons en terwijl Ron het papierwerk regelt zet ik het eten op. Op Navily ziet Ron een mooie wandeling naar een stuwmeer, 6 km. We besluiten die morgen te doen maar dan moeten we wel op tijd vertrekken.
Maandag 7 augustus.
De wekker op 7 uur. Wel even schrikken. Maar om kwart voor 8 gaan we van boord voor de wandeling, dan is het nog redelijk fris. Waterflessen en zwemspullen mee want in het stuwmeer kan gezwommen worden. Het is best een tippeltje, gedeeltelijk omhoog en nog wat geklauter.
En nergens een koffietentje te zien. We doen er 1,5 uur over. We bekijken het geheel en zien eigenlijk geen mogelijkheid om te gaan zwemmen. De oevers zijn modderig en er liggen veel stenen onder water. Dus eten we de druiven op en maken rechts omkeert. Op de heenweg hebben we een sportcomplex gezien voor allerhande sporten. Daar is ook een zwembad bij dus gaan we daar naar binnen en vragen of we kunnen zwemmen. Dat kan. Het is een overdekt zwembad, een De Kloet zeg maar. We moeten wel een badmutsje op, die we daar gelukkig kunnen lenen, zwemmen een half uur baantjes en lopen weer verder. Eindelijk een koffietentje waar we twee Caffè Americano bestellen. Mijn voeten voel ik best. Het is bewolkt geworden wat wel fijn is. Er vallen zelfs een paar spatten regen. We lopen nog even bij de Spar naar binnen, mooie ruime winkel. We koken vanavond zelf, maar zien ook slagroom soesjes die er heerlijk uit zien, dus die gaan mee.
We maken nasi in de elektrische pan, die we buiten in de kuip zetten. Intussen komen er veel vissersboten terug die voor veel lawaai en golfslag zorgen in de haven.
Dinsdag 8 augustus.
Al vroeg word ik wakker van motoren en geroep over en weer. De vissersboten varen weer uit. Het is 6 uur. Dus nog maar even omdraaien. Om 8 uur staan we op. Ron haalt brood en ik schroef de doppen van de watertanks los. Als Ron terug is vullen we meteen de tanks. Dan nog even langs de dieselpomp en alles is weer vol. Helaas op de motor. Er staat haast geen wind en die is ook nog tegen. We varen langs de volgebouwde kust van Benidorm.
De swell is behoorlijk, meer als een meter, dus we rollen tussen de golven. Er komt ons zowaar een boot tegemoet met een Turkse vlag. Dat hebben we nog nooit gezien. Inmiddels is het meer gaan waaien en gaan de zeilen omhoog, zoals de laatste dagen. De dag begint met weinig wind en eindigt met 20 á 22 knopen. We komen de haven van Denia in, het waait dus behoorlijk. We willen achteruit de ligplaats in maar we verwaaien wat en de kiel blijft achter de mooringlijn van een ander schip vast zitten. De havenmeesters helpen meteen. Ron haalt de kiel omhoog. Op de ligplaats worden we tegen de kant gedrukt. Blij dat ik geen stootwil ben. Uiteindelijk lukt het met vereende krachten van de havenmeesters en ons om de boot af te meren. Pfft. Er is wel een scepter verbogen. Ron buigt hem iets te enthousiast terug en de scepter breekt af. Gelukkig zijn alle middelen aan boord om het te herstellen en met heel wat zweetdruppels is dat ook weer in orde. Dure haven. 50 euro. Bij ons betaal je voor de lengte van je boot. Hier betaal je de ligplaats. Als er dus geen plek is voor een boot van tien meter en je krijgt een ligplaats van 12 meter dan betaal je voor 12 meter. In dit geval is de stroom voor tien meter 2 euro en voor 12 meter 4 euro. Die betaal je dan ook. Deze haven heeft alleen 32 Amp. contacten, en aangezien we zo’n stekker niet hebben en daar ook niet kunnen lenen hebben we er dus niets aan. Het is nog steeds warm. Omdat we de komende nachten voor anker zullen gaan, gaan we nog een keer uit eten.
We komen langs een Indiaas restaurant en omdat dat de vorige keer heel lekker was gaan we daar naar binnen. In de tijd dat wij daar zitten hebben ze 12 gasten. Jammer want het eten is heel lekker en niet duur.
Woensdag 9 augustus.
We willen vandaag naar Ibiza en hebben ongeveer 60 mijl te gaan. We vertrekken om 9 uur, uiteraard weer zonder wind op de motor met het grootzeil als steun. Langzamerhand komt er meer wind en wordt de genua uitgerold. We lopen tussen de 5,5 en 6,5 mijl en rond 18.00 uur laten we het anker zakken voor de kust van Ibiza.
We zijn niet de enigen die de hoge liggeld bedragen vermijden. We liggen mooi met uitzicht op Ibiza.
Donderdag 10 augustus.
Om drie uur worden we wakker van het ankeralarm. Dat betekent dat onze boot wat verschoven is. Dit kan omdat we aan een lange ankerketting liggen en de wind gedraaid is. We checken onze plek ten opzichte van de andere boten, zien dat we nog voldoende afstand hebben en gaan weer slapen. Na het ontbijt gaan een paar voor anker liggende boten weg en halen we het anker op om iets ruimer te gaan liggen. Dan is het tijd om te zwemmen. Het water is iets frisser als dat we gewend zijn, maar het is heerlijk. We laten de rubberboot te water, motortje erop en varen richting strand. Ron legt het bootje vast aan een steen en we gaan de kant op. We kopen een half brood, drinken een biertje op een terras en gaan weer terug. Na het eten willen we nog een wandeling maken en stappen weer in de rubberboot, waar zomaar een laag water in ligt. Zou de boot toch weer lek zijn? Ron schept het water eruit en daar gaan we weer. Op de kant is weinig anders te zien als hotels, restaurants en mensen met polsbandjes om. Er is wel een heel gezellig terras maar omdat we de portemonnee vergeten zijn wordt dat ook niets. We hijsen de boot weer aan boord en drinken nog een glas, alweer, water. Het schommelt intussen behoorlijk. Ron geeft me een emmertje voor bij bed die ik gelijk vol spuug. Er is enorme swell opgekomen terwijl dat niet de voorspelling was. Er rammelt van alles in en op de boot, toch slapen we goed.
Vrijdag 11 augustus.
We worden wakker en kunnen ons nauwelijks staande houden. We eten snel een broodje en varen weg. We gaan liggen in een andere baai, Cala Llentia, die minder swell zou moeten hebben als Port des Torrent waar we net vandaan komen. Het is maar een klein stukje varen. We gaan de kant weer op voor een wandeling en we willen lunchen in een dorpje 2,5 km verder. Maar we moeten wel over een berg heen. Het is eigenlijk te warm om te wandelen maar de lunch mag er zijn.
Teruggekomen bij de boot zien we dat die geschafield heeft tegen de scherpe stenen. In een van de luchtkamers zit een gaatje. Ron roeit zo snel hij kan, lekker in deze warmte, naar de boot en we hijsen de rubberboot aan dek. Ik maak het plekje schoon en nu het droog is repareert Ron het. We hebben matjes en epoxy spul aan boord en nu maar hopen dat dat voldoet.
Zaterdag 12 augustus.
We varen om 9 uur al weg. Al gauw staat er een lekker windje en kunnen de zeilen omhoog. De bestemming is baai Cala Portinatx. We zijn niet de enigen die daar willen liggen maar er is ruimte genoeg.
Het is een lust om te kijken wat hier allemaal in het water ligt. Een sup met wipwaptrappers, een efoilebord, een soort elektrische miniscooter die je door het water trekt, een waterfiets met glijbaan.
Er komen allerlei leuke waterspeeldingen voorbij. We brengen de dag door met zwemmen, lezen en kijken. Om 19.00 uur stappen we in het bootje, die weer luchtdicht is, en halen we een paar boodschappen. Het is op de kant nog warmer, dus het blijft bij een korte wandeling met een pizza en spaghetti in een restaurant. Je kunt maar het beste op de boot zijn en dat doen we dan ook.
Zondag 13 augustus.
Het is weer warm. Dus hetzelfde als gisteren. We gaan nu tegen 20.00 uur de kant op en halen brood. We wandelen nog wat maar het is bergje op, bergje af en daar is het echt te warm voor. We willen naar een restaurant maar daar zijn alle tafels vol. Dankzij reviews kiezen we uit waar we willen eten anders kan het best prijzig worden. We belanden bij Zulu. Het duurt even voor we iets te drinken hebben maar we hebben uitzicht op de baai en dus de boot en we zitten hier heerlijk. Ron geniet van een Dorade en ik heb een heerlijke wrap met kip en groenten. Nog een lekker stukje cheesecake toe. We peddelen, inmiddels is het donker, weer naar de boot en besluiten morgen om 9 uur te vertrekken naar Mallorca, een tocht van ruim 50 mijl.
Maandag 14 augustus.
Het is gelukt. Om 9 uur varen we de baai uit. We zeilen meteen maar er staat best een knobbelig
zeetje. Regelmatig krijgen we water over dek en een paar keer een behoorlijke plons tot in de kuip. Eind van de middag nemen de golven iets af en om half 7 gooien we het anker uit in een baai voor Camp de Mar op Mallorca. Er staat best wel swell ondanks de goede reviews in Navily. Het is wel te doen. We bakken aardappelen en eten er een salade met kip bij. Op de kant is het weer feest, zoals bij elke baai, en we horen ook hier Sweet Caroline vam Neill Diamond, zoals in elke baai. Een tophit hier blijkbaar.
Dinsdag 15 augustus.
We komen erachter dat we in de verkeerde baai liggen. We hadden eigenlijk een andere uitgekozen en we vertrekken op tijd en als we er bijna zijn belt Huub.
Hij zit nog in de auto met tante Karin op weg naar huis. Ze zijn in het AMC erg tevreden hoe alles is gegaan met zijn hand. De hechtingen zijn uit zijn hand gehaald, er zijn nog röntgenfoto’s gemaakt. De cd die hij opgestuurd kreeg uit Duitsland is besproken en elastische broek hoeft hij niet meer aan. Hij mag ook gewoon douchen. Hij moet een handfysiotherapeut zoeken voor de verdere behandeling.
Om elf uur laten we het anker zakken in de juiste baai, bij Santa Ponca. Er liggen erg veel boten hier, maar er is ook ruimte genoeg. We zwemmen wat en om 7 uur gaan we naar de wal. Het is hier gemakkelijk aan wal stappen. We lopen een stukje en reserveren bij een restaurant die we op internet gevonden hebben.
We gaan eerst nog even aan de wandel en gaan op zoek naar een lampje voor in de kuip. Het is ’s avonds echt wel sneller donker. We vinden er een bij een Chinese bazaar, nu maar kijken of het wat is. We nemen ook nog een leuke boxershort mee voor Ron. We gaan eten en Ron bestelt een entrecote en ik gegrilde zalm. Het is heerlijk. We nemen allebei twee toetjes, ze zijn niet duur en wel lekker.
Met een fles huiswijn en een fles water zijn we 56 euro kwijt.
Woensdag 16 augustus.
We willen vandaag op tijd de stad in om een bezienswaardigheid te zien. Om half 10 zijn we op de wal. Het is wel een eindje lopen naar het natuurpark en de trappen naar het uitkijkpunt laat ik aan Ron over.
Dan willen we naar het museum naast het park. De deur is los maar het museum moet nog helemaal ingericht worden. Duurt ca. nog anderhalf jaar. Onderweg komen we diverse elektriciteitskastjes tegen. Een aantal heeft een los deurtje en volgens Ron is het kastje op de foto erg gevaarlijk.
We lopen naar de haven waar we morgen water en diesel willen tanken, om ons te oriënteren. We zitten daar even aan een koude cola op het terras. Dan gaan we weer naar de Chinees om nog een paar boxershorts op te halen. De Eroski supermarkt is dichtbij en daar slaan we wat fruit in. Alles bij elkaar hebben we heel wat gelopen als we, na een gedeelde pizza en heerlijk ijs, om 3 uur weer naar de boot roeien. We varen nog even langs een motorboot van 22 meter die sinds hij er ligt de motoren heeft draaien. Waarschijnlijk voor de airco want ze zitten binnen met de deuren dicht. Erg irritant. Verder worden er een paar feestjes gevierd op boten vlakbij. Dan horen we de motoren niet tenminste. Ik wil nog even het water in en zoek iets om aan een lijn te doen om te blijven drijven. De zwarte ronde stootwil. Maar die hangt niet op z’n plaats en ook nergens anders. In Dénia hadden we hem nog. Vermoedelijk losgeraakt en verdwenen. Jammer. Voor de tocht binnendoor wilden we er nog een bijkopen en nu worden dat er twee.
Donderdag 17 augustus.
We willen vandaag 30 mijl varen dus op tijd op. We gaan eerst naar het tankstation bij de haven om diesel en water te tanken. Dan de motor weer aan want het waait niet. Onderweg zien we een heel groot motorschip. En we zien een helikopter. Ik zeg die zijn ergens wezen eten en komen nu terug aan boord. Volgens Ron kan dat niet. De boot heeft geen helikopterdek. Maar toch landt de helikopter op die boot. Tja, je zal het maar nodig hebben. Onderweg verbazen wij ons over de hoeveelheid kleuren van het water.
Ron heeft een baai uitgezocht bij Soller. Maar bij het lezen van de reviews op Navily vinden we die toch minder geschikt en varen door naar de volgende baai. Er liggen veel bootjes maar meestal vertrekken de kleintjes om een uur of 7. Ron besluit toch maar eens de temperatuur van het boilerwater aan te passen. Het is vaak te heet om in de kuip te kunnen douchen. Daarvoor heeft hij een rol blauwe slang nodig, die waarschijnlijk in het vooronder onder de fietsen ligt. Dus alles eruit gehaald en geen blauwe slang. Maar wel andere spullen gevonden die we ‘kwijt’ waren.
Dan zou het in de bakskist moeten liggen, dus die ook helemaal leeg, en daar zit wat in hoor. En ineens hoor ik ‘oja, die slang heb ik gebruikt voor de ontluchting van de watertanks’. Er worden dus even hersens gekraakt en het probleem wordt op een andere manier opgelost. We blijven achter met nog drie boten. Een zeilschip van 48 meter, een van 28 en 1 een van 15 meter.
Vrijdag 18 augustus.
De wind draait de hele nacht. We hebben hier geen internet en GPS signaal. Daardoor krijgt het ankeralarm niet de juiste input, waardoor die vannacht een aantal keren af gaat. We liggen ook behoorlijk te rollen. Een beetje geradbraakt staan we op en vertrekken om 9 uur. Onderweg hebben we af en toe internet als er wat huizen op de kant staan. Anders niet. We hebben paar mailtjes en appies verzonden en daar blijft het bij. In de baai, Cala Murta, waar we nu liggen is ook weinig signaal. Het is een fijne plek. ’s Avonds gaan we nog even de wal op.
Veel is er niet te wandelen. Het is wel een goed pad maar onverlicht. We komen wel een paar ezels tegen. Ze zien er gezond uit met een mooie vacht en zijn erg mak. We blijven weer achter met drie boten. Ron heeft de boot aan de achterkant vastgelegd aan een mooring die hij onder water zag liggen en twee ankers voor.
Zaterdag 19 augustus.
We hebben een goede nacht gehad maar slapen al weken apart. In het achteronder is het 29 á 30 graden. Dan wil je alleen maar met armen en benen wijd liggen en dat past dan niet met z’n tweeën. Ron probeert contact te leggen met Puerto Alcudia waar we een paar nachten willen liggen om de voorraad weer aan te vullen. Eerst de ankers nog omhoog. Hoe het kan kan het, dat hebben wij weer. Op het anker ligt een behoorlijke boomstam.
Met hulp van een Spaanse dame gaat die weer naar de bodem en varen we weg. We kunnen een tijdje zeilen en het laatste stukje op de motor. Om half vier meren we af. 54 euro en 5 euro voor water en stroom. Wel pittig. Eerst maar eens een echte douche. Ron heeft een Mexicaans restaurant gevonden Met hele goede recensies. Daar gaan we op aan en eten er heerlijk. Allebei een biertje, een hoofdgerecht en dessert en de rekening is nog geen 40 euro.
Zondag 20 augustus.
We hebben gelezen dat hier op zondag en dinsdag een grote markt is van 8.30 tot 13.30 uur. En daar willen we naar toe natuurlijk. Het is nog wel een eindje lopen maar onderweg bekijken we een paar supermarkten. We komen ook langs een winkel waar ze wel eens een 32 Amp. stekker zouden kunnen hebben. En jawel voor nog niet eens een tientje hebben ze er een. Tevens nog een paar slangklemmen en verloopjes om het boilerwater te mengen met het tankwater. Geweldige winkel. De markt is groot, heel groot. Zou zeggen net zo groot als de lappendag in Hoorn. En dat twee keer per week. We hebben een paar shirts gekocht voor Ron en een jurkje voor mij. En helemaal bijzonder, een stel sandalen maar 46.
Dat verwacht je toch niet in Spanje. Ook lopen we even een hele mooie kerk in. Ze hebben er alleen elektronische kaarsjes, begrijpelijk, maar wij gaan alleen voor echte. Op de terugweg gaan we nog even naar de Mercadona voor wat boodschappen en om half twee zijn we weer op de boot waar Ron meteen de stekker aan een stuk snoer zet. De boot is wel toe aan een flinke schoonmaakbeurt. Ook daarom zijn we hier naar toe gegaan. We hebben een paar dagen geleden veel zout water over dek gehad en we willen alles even afspoelen. Met een flinke straal krijgen we alles weer schoon, daarna zelf nog even onder de straal en we kunnen er weer even tegen.
Maandag 21 augustus.
We beginnen met de watertanks bij te vullen want we verlaten Mallorca vandaag. We gaan op tijd op pad met allebei een rugzak om de voorraad weer aan te vullen. Gisteren hebben we een uitgebreide Mercadona gezien waar we heen willen. Op de een of andere manier gaan we een verkeerd straatje in en doen we er ruim een half uur over i.p.v. 20 minuten. We nemen eerst maar een kop koffie op een terras. Met twee volle tassen lopen we een klein stukje tot een stoepje in de schaduw en bellen met Huub. Hij is net bij de handfysiotherapeut geweest waar hij twee keer per week heen gaat. Hij mag van de therapeut weer autorijden en van de verzekering ook. Dat geeft weer een hoop bewegingsvrijheid. Ik ruim de boodschappen op en Ron brengt de geleende stekker en de kaart voor het sanitair terug. Nu alleen nog even diesel tanken want dit is de laatste haven voor we naar de vaste wal oversteken. Het tankstation bij de haven is selfservice maar is lastig te bedienen. Je moet ingeven hoeveel je wil en Ron denkt dat het om liters gaat, het gaat echter om euro’s dus de pomp houdt er snel mee op. De marinero legt het uit, meerdere mensen begrijpen het niet en alles duurt lang. Ze hadden beter gewoon een bediende neer kunnen zetten. Nu was er constant iemand bij om de problemen op te lossen. Maar afijn om 12 uur gaan we weg en tegen de verwachting in kunnen we alle 34 mijl zeilen. Om kwart over 6 gooien we het anker uit in de baai Cala de Ammarado. Er zijn wat dagjesmensen en die gaan ‘s avonds weer weg. We blijven achter met 5 zeilboten. Her internetsignaal is hier heel zwak. Er komen alleen appies binnen.
Maandag 22 augustus.
Wat doen we, blijven we hier of schuiven we nog een stukje op. We voeren eerst nog een stukje oud brood aan de vissen die daar in grote getalen op af komen.
Ze zijn er dol op, evenals op poep merken we. We gaan varen en zien dan wel. We varen op de motor weer langs mooie kusten en zien een leuke baai, Cala Morrel. De meiden hier op alle stranden en boten hebben bikini’s aan waar je niet meer als 0,25 m2 meter stof voor nodig hebt. 98 procent van de meiden hier heeft daar ook een figuurtje voor. Later moet er toch ergens iets misgaan als je de moekes ziet. Op internet zien we voorbijkomen dat de mensen op Mallorca toerist moe zijn. Terwijl een groot deel er toch van leeft. Ze plaatsen borden op de stranden die de toerist moeten waarschuwen voor vallend gesteente. In het Catalaans staat er dan op dat er geen enkel probleem is. Toevallig lagen wij bij Cala Murta voor anker, maar wij hebben dat bord niet gezien. Ron maakt alvast de pastasaus voor vanavond. Hij staat te druppen in de kombuis.
Dus meteen maar weer overboord springen. We eten om 7 uur heerlijke pasta en zitten lekker in de kuip. Binnen is het 32 graden. Het is half 9 als we met recht de zon in de zee zien zakken. Om half tien gaan we naar bed want we willen om 2 uur vertrekken, maar slapen lukt niet zo.
Woensdag 23 augustus.
We slapen niet, dus tegen 1 uur vertrekken we alvast maar. Op de motor want wind is er niet. We zitten in zwemkleding in de kuip, het is nog steeds warm. Ik slaap eerst een paar uurtjes en om kwart voor vijf neem ik de wacht over. Ron heeft de lichten van 2 cruiseschepen en een vissersboot gezien. Het is een heldere nacht met heel veel sterren. Het enige wat ik tegenkom is het licht van een cruiseschip op 7,7 mijl afstand en later nog een vrachtschip. We varen op Willem, zoals we de automatische piloot noemen. Ik hoef dus alleen af en toe om me heen te kijken of er geen aanvaringsgevaar is. Als het een boot is met AIS die te dicht in de buurt komt zal er een signaal af gaan. Plotseling heb ik toch even internet, heel bijzonder midden op zee, misschien van zo’n cruiseschip, en snel download ik de krant van vandaag en maak een screenshot van de plek waar we op dat moment zijn.
Zo te zien zijn we niet de enigen die varen, maar er is niets te zien. Tegen 7 uur zie ik langzaam de zon opkomen.
Tegen half 9 komt Ron uit bed en maakt ontbijt. Het begint zowaar te waaien en tegen 9 uur zetten we de spinnaker op en kan de motor uit. Wat een rust. Ik duik nog even op de bank voor een paar uurtjes slaap en half 12 kom ik weer boven. Ron heeft al die tijd geen enkel ander varend object gezien. Af en toe de motor bij, maar om kwart over 6, als we op de helft zijn na 17 uur, halen we de spinnaker weg. Te weinig wind. We eten weer pasta en om kwart voor 9 gaat Ron op de bank. Het is 30 graden binnen. Ik zie vandaag de zon niet in de zee zakken. Het is bewolkt.
Donderdag 24 augustus.
Even over 12 neemt Ron de wacht over. Tot nu toe heb ik 1 schip gezien, verder weg. En ja hoor, op een zee zo groot, met zo weinig vaarbewegingen moeten we uitwijken voor een cruiseschip.
Ik ga slapen. Om kwart over drie wisselen we elkaar weer af. Het is enorm mistig geworden. We nemen wat gas af zodat we de motor van een ander schip eventueel kunnen horen. En goed kijken op de AIS. Om half 6 een oproep via de marifoon. Een ander schip was ons even kwijt op zijn AIS en vraagt ons een paar graden van koers te veranderen. Intussen is alles in de kuip drijfnat van de mist en het daagt ook nog niet erg. Ron blijft zitten en ik ga nog even slapen. Om half 9 kom ik weer boven dek, het is nog steeds mistig en alles in de kuip is drijfnat. We varen nog steeds op de motor en vullen voorzichtig de dieseltank bij uit een jerrycan. Ook legen we de vuilwatertank. Nergens op havens een poepslurper te bekennen, dus de zooi gaat overboord. Het is alweer warm en we gaan de laatste mijlen nog zeilen. Niet dat er veel wind staat maar een beetje dobberen tot we voor het eiland zijn waar we willen ankeren. Om 11 uur gooien we het anker uit voor l’le Riou, een natuurreservaat. Gelijk maar een frisse duik. Het water is hier frisser als in Spanje, maar evengoed heerlijk. We zijn deze nacht met 8 zeilboten die hier overnachten.
Vrijdag 25 augustus.
We slapen lekker en als we wakker worden is het 26 graden in de kajuit. Dat is lang niet zo geweest. Na het ontbijt bellen we met Huub. Hij is de hele dag druk met alle oefeningen die hij moet doen voor zijn hand en been. Om 12 uur hijsen we het anker.
Er staat genoeg wind om te zeilen, maar er varen hier zoveel bootjes langs die golfslag veroorzaken dat we constant liggen te schommelen en weinig voortgang maken. Na een paar uurtjes komen we bij de ankerplaats. Het ziet er leuk uit met een paar strandjes. De baai heet Anse de la Maronaise, les Gordes. Wel veel golfslag door een veerdienst. We zwemmen lekker. Ron zwemt naar de kant om een foto te maken. De telefoon in een waterdichte bus aan een touwtje achter hem aan. Het is wel wat ver voor de foto, niet zo duidelijk. Inmiddels zijn er nog 2 zeilboten bijgekomen. Hoewel we dachten dat het rustiger zou worden met de golven is dit nu echt wel swell. Het belooft een onrustige nacht te worden.
Zaterdag 26 augustus.
En dat is het. Nu de boten zijn vertrokken komt de swell. De boot gaat tekeer als een malle. Alles piept en kraakt en rammelt. Om 12 uur kijk ik even buiten en de boten die hier liggen gaan allemaal zo tekeer. Toch val ik af en toe in slaap. Als we wakker worden gaan we gelijk anker op, want op deze manier kunnen we niet ontbijten. We varen naar een baai aan de overkant.
Daar gaan net twee boten weg, dus plaats, het is maar een kleine baai. Als de thee klaar is staan we haast op z’n kop. Een veerboot vaart met een gigantische vaart langs. We blijven een paar uur, het is heerlijk zwemmen, het wordt steeds drukker met dagjesmensen. We varen nog wat op de motor en gaan naar de haven die we voor 4 nachten geboekt hebben. Eerst nog even tanken. Marseille barst van de havens en heeft maar drie tankstations. We liggen al een tijdje te wachten als een grote catamaran komt, die gelijk naar de tanksteiger mag. Eindelijk na drie kwartier kan de tank vol. Geen koopje. 2,13 euro de liter. We gaan naar haven Marseille-CNTL. De havenmeester vaart met ons mee naar de ligplaats en we meren af. Ron gaat betalen en ik ruim de lijnen van dek weg. Er is veel regen en harde wind voorspeld, dus alles moet stormvast. We doen het zeiltje over de kuip om droog buiten te kunnen zitten. Eerst nog even naar de Lidl. Dat valt tegen. De kwaliteit is niet zo best en ook de producten zijn moeilijk te vinden. De wd40 staat naast de waspoeder en de bodylotion en diverse producten liggen op twee plaatsen. De paprika’s liggen te rotten met fruitvliegjes erom heen. Maar we vinden wat we nodig hebben en komen met twee volle tassen terug.
En met twee gebakjes die we bij de bakker hebben gehaald dus die eten we eerst op. We moeten ook nog op pad voor twee ronde stootwillen en een marifoon antenne. Er is een watersport zaak die nog open is. Heeft alleen geen twee blauwe stootwillen in dezelfde maat. Die worden besteld en kunnen we dinsdag ophalen. Op de terugweg kijken we nog even naar een groep feestelijk geklede mensen en zien eindelijk ook de bruid. We doen op de boot eerst maar eens een biertje en langzamerhand begint het ook te regenen. Ik zie in Marine Traffic dat er een Nederlandse boot ligt hier in de haven. Grote Mees. Die zit ook in de app groep vertrekkers 23 en ik stuur ze een appje of ze zin hebben om kennis te komen maken en wat te drinken. Daar gaan ze op in en met Nynke en Rob hebben we een gezellige avond onder begeleidend getik van regen op het zeiltje.
Zondag 27 augustus.
Om 7 uur word ik wakker en het regent. Dus nog maar een keer omdraaien. Om half tien ontbijten we, het regent nog steeds. De verwachting is dat het om een uur of vier droog zal zijn, maar dat schuift steeds meer op.
We willen de fietsen in elkaar zetten maar willen dat niet in de stromende regen doen. Het is 22 graden. Dit weerbeeld is in Nederland heel gewoon deze zomer maar wij zijn dit niet gewend. We hebben onder het zeilen alleen zwemkleding aan en in een haven een korte broek en bloes erbij. De boot frist wel lekker op. De warmte gaat er wat uit en dat is ook lekker.
Om vijf uur is het eindelijk droog, fietsen op de wal en we fietsen naar de Basilique Notre Dame de la Garde, die op het hoogste punt van Marseille staat. We fietsen over paadjes en lopen het laatste deel over stenen trappen. Bij de ingang staat een bord waarop staat dat de kathedraal tot 18.00 uur open is. We moeten er dus in sneltreinvaart doorheen want het is 7 voor 6. Snel een kaars opsteken voor iedereen die het nodig heeft. We krijgen nog 10 minuten extra maar om 10 over 6 moeten we toch echt naar buiten.
Ron heeft 6 km verder een restaurantje op het oog. We komen daar aan en het blijkt gewoon een bar te zijn, terwijl op internet reviews staan. De volgende idem. Ook veel restaurants zijn dicht op zondag. We besluiten richting haven te rijden en onderweg te kijken of we ergens iets zien. We racen op de fiets door Marseille, zeg maar een soort Amsterdam. Een uur later als dat we de kathedraal hebben verlaten, vinden we een heel leuke pizzeria waar we een pizza eten met teramisu en flan toe.
Dan nog 10 minuten naar de boot. We halen het regenzeiltje van de boot. Straks windkracht 6, we zijn bang dat die de wind niet aan kan en het blijft nu droog. De komende dagen zullen we de mistral beleven.
Maandag 28 augustus.
Vannacht waait het. Ik word wakker en kijk of alles in orde is. Dat is het, maar de boot gaat bar te keer. We ontbijten en lummelen wat. Tegen half elf gaan we naar Nynke en Rob voor de koffie. Hun boot, een Breehorn 48 voor de kenners, ligt op de kopkant van een steiger die eigenlijk te klein is. Daar gaat het helemaal tekeer. Ron en Rob met zijn zoon proberen de boot wat beter vast te leggen. Nynke had vanmorgen al nieuwe stootwillen gehaald. De opblaasbare stootwillen die ze hadden en heel handig leken, waren niet bestand tegen de mistral. Om 1 uur stappen we op en halen brood en eten voor vanavond. Dan gaan we naar de bouwmarkt. Ron wil alvast de steun op maat maken voor als de mast straks naar beneden gaat en de bouwmarkt is hier dichtbij. We lopen die kant op en de bouwmarkt heeft alles wat Ron nodig heeft. Met een paar planken en balken komen we weer bij de boot waar Ron meteen aan het meten en zagen gaat. Na een stief uurtje is het meeste klaar.
Dinsdag 29 augustus.
We slapen prima. Ron had gisteravond de touwen achter de boot kruislings vastgemaakt, dat veroorzaakte minder beweging. Na het ontbijt naar de douche, koffie en naar de watersport winkel om de ronde stootwillen op te halen. In de winkel worden ze opgeblazen. Na de lunch gaan we naar de Aldi. Het verkeer hier is een wirwar van door elkaar racende voertuigen. Als ze in Spanje dachten dat je misschien wel over zou willen steken bij een zebrapad stopten de auto’s al. Hier zet je een voet op het zebrapad en moet je uitkijken dat er niet overheen gereden wordt. Ook de Aldi valt reuze tegen. Wat een rommel. Het lijkt erop dat diverse mensen spullen in hun karretje gooien en later besluiten dat ze het toch niet willen. Dus liggen er broodjes tussen de douchefris, rucula bij de rijst, slappe bloemen bij de kassa, wel 30 procent afgeprijsd, enzovoort enzovoort. Echt ontzettend veel. Je zou denken laat een medewerker langsgaan met een karretje en haal alles weg wat er niet hoort. We zijn nog een courgette vergeten en lopen nog even naar een enorme versmarkt. We kopen een courgette en een halve meloen en lopen ook nog even binnen bij de bouwmarkt voor een paar plankjes en schroeven. Tegen 8 uur komen Nynke en Rob weer aan boord. We zitten binnen, buiten waait het te hard en voor we er erg in hebben is het half een. Bedtijd.
Woensdag 30 augustus.
Na het ontbijt haalt Ron meteen zijn gereedschap te voorschijn. Voor de maststeun bij de voor preekstoel heeft hij iets bedacht wat hij alvast wil maken. Die gaat aan de slag. Ik heb twee nieuwe aanvragen voor lidmaatschap voor de Watersportvereniging binnengekregen dus die verwerk ik. Rond de middag is alles klaar en fietsen we naar de Decatlon. We hebben gehoord en gelezen dat er in port Napoleon heel veel muggen kunnen zijn. Drie soorten steekmuggen. Dan kun je maar beter voorbereid zijn en we kopen een klamboe. De Decatlon zit in een enorm winkelcentrum waar alle bekende en onbekende merken vertegenwoordigd zijn. Wat opvalt in Marseille is dat overal veel bewaking is. Dit is sinds de rellen van begin juli waarbij een jongen om het leven kwam door een politiekogel. Veel ramen zijn nog niet hersteld. We fietsen een stukje terug naar museum la Grotte Cosquer. Dit zijn nagebouwde grotten. Je gaat er in een soort van spookhuiswagentje voor 6 personen doorheen met een audiotour die alles goed uitlegt. Het is zelfs in de Nederlandse taal en prachtig om te zien. In 50 minuten ga je door twee grotten.
Daarna zien we nog films hoe de grotten zijn gemaakt en een film van de duiker, Henri Cosquer, die deze grotten in Calanque de Morgiou in 1985 heeft ontdekt. Maar niemand die hem wilde geloven. In 1991 keerde hij terug met een duikgenoot en kenner van prehistorische grotten met wandtekeningen. Omdat de grot op 37 meter diepte ligt is er toen besloten een levensechte replica te maken, die sinds juni 2022 geopend is in Marseille. We lopen nog naar de overkant en zitten even later met koffie en een wafel op een terras. We bekijken de enorme kathedraal, Cathédrale de la Major de Marseille. En fietsen nog naar een grote supermarkt om te kijken of daar 0 procent bier in blik te koop is, maar in Frankrijk is 0 procent bier nog niet erg ingeburgerd. Inmiddels hebben we gezien dat mijn achterwiel diverse kapotte spaken heeft en Ron gaat ermee aan de slag met nieuwe spaken als we weer bij de boot zijn. Toch vreemd dat alleen mijn fiets dat heeft en die van Ron niet. Na het eten gaan we naar zeilschip grote Mees. Het is de laatste avond. Morgen gaan zij naar port Napoleon en gaan een paar weken naar huis en wij gaan richting Toulon en toeren nog wat rond. Op 14 september zijn beide schepen in port Napoleon en zien we elkaar weer. Het is weer een gezellige avond en we moeten op de tijd letten want grote Mees wil morgen op tijd vertrekken.
Donderdag 31 augustus.
We maken de boot klaar voor vertrek. Als je 5 dagen in een haven bent ligt niet alles meer klemvast. Nog even de watertanks vol en om kwart over 10 gaan de lijnen los. We willen vandaag naar Toulon. Een kleine 40 mijl verderop. Er staan, na de mistral van de afgelopen dagen nog behoorlijke golven. De genua omhoog maar de wind zakt toch wat in, dus de spinnaker maar op. We lopen lekker zo. Dan steekt ineens de wind op en in combinatie met een paar rare golven vliegt de spinnaker uit zijn lijken.
Daar hebben we niets meer aan, dus de genua weer uitrollen. Kan gebeuren. Even later zegt Ron, kijk een bolfender. Zullen we die oppikken? Motor aan, genua inrollen. Ik achter het roer, Ron met de pikhaak in het gangboord en ja hoor, in een keer opgepikt. Het is een beste jongen. Nog een maatje groter als de bollen die we net hebben gekocht.
Wegens de hoge golven is het nog geen weer om voor anker te gaan en via Navily vraagt Ron om een reservering in Toulon. We krijgen antwoord dat we welkom zijn. We zeilen lekker op de genua en de wind is zo’n beetje 14/15 knopen. Maar zoals wel vaker loopt de eind op tot 22/23 knopen als we bij een haven zijn, tegen 6 uur. De haven van Toulon ligt redelijk beschut, dus geen probleem. Ron roept de havenmeester op en we kunnen in plek S28. Daar aangekomen is er een ruimte van 1,5 mm breed. Dat lukt niet. Dus weer opgeroepen. Twee havenmeesters in een rubberboot komen aangevaren, wijzen nu naar plek S48 en verdwijnen weer. Het is weer zo’n plek met lijnen achter en van die vieze anker lijnen, die je uit het water moet vissen, om voor vast te maken. De boten naast ons zijn allebei rijk voorzien van stootwillen dus het lukt wel, maar een beetje hulp was welkom geweest. Na het eten lopen we de stad nog even in. Terrassen vol en heel gezellig. We liggen aan de buitenzijde van de haven, waar geregeld veerboten langsvaren. Dit zorgt nogal voor bijzondere schommelingen van de boot, niet zo prettig. We willen nog weer terugkomen in deze haven en zullen dan om een andere plaats vragen.
Vrijdag 1 september.
We zijn al vroeg op, vroeg douchen en vroeg ontbijten. Ik stuur nog een berichtje van Peter naar de WSV-leden en zie ook weer een nieuwe aanmelding voor lidmaatschap. Gelijk maar even verwerken. Dan de stad in voor boodschappen. Er is markt en we hebben alleen groente en fruit nodig. Dat is snel klaar. Om kwart over 11 maken we los en gaan op weg naar een mooie ankerplaats niet zo ver hier vandaan. Het is zowaar druk op het water, zo hebben we het niet eerder gezien. Het lijkt wel of alle Fransen nog even van het mooie weer willen genieten. De havens hebben weinig passantenplekken. De Franse zeilers gaan zeilen en eind van de dag weer terug. Geen soort van roulatiesysteem zoals bij ons. Onderweg zien we een mooring bij een inham bij een grot. We maken daar aan vast en Ron gaat overboord om het wieltje van het log gangbaar te maken. Die staat stil, waarschijnlijk zitten er schelpjes tussen. Dat is snel geregeld. Het water is al wel wat kouder als eerder. Ron klimt nog even omhoog op de rotsen, dat gaat soepel. Terugkomen gaat lastiger.
We maken weer los en eten een heerlijke soort tompouce die we in Toulon hebben gekocht.
Eindelijk weer lekkere gebakjes, in Spanje vind je niet veel gebak. Blijkbaar is er iets misgegaan met de afstand berekening want het is kwart voor 4 als we het anker uitgooien voor Ile de Porquerolles. Ron roeit nog even naar de kant om het dorpje te verkennen en ik bereid het eten voor. Er liggen hier veel boten voor anker.
En de meesten blijven liggen voor de nacht. We zitten tot het donker wordt in de kuip, waar hele kleine vliegjes ons steken. Dus maar naar binnen en de klamboe ophangen voor de kajuitingang.
Zaterdag 2 september.
Het is weer prachtig weer en Ron wil overboord voor het dagelijkse bad. Hij is er snel weer uit, de watertemperatuur is gezakt naar 18 graden, en ik houd me dus maar bij de douche in de kuip, overigens ook met koud water. We liggen hier op een prachtige stek.
Na de koffie roeit Ron ons naar het strand en wandelen we naar het dorp. Dat is een aaneenschakeling van restaurants, ijstentjes en fietsverhuur. We lopen een rondje en kopen allebei een heerlijke baguette. Ron met ham en ik met tonijn. Nog een heerlijk ijsje erna en we lopen weer terug. Er staat een lekker windje en om 2 uur hijsen we de genua en gaan. We zeilen lekker, de wind loopt op tot 15 knopen en om kwart over 4 laten we het anker zakken voor la Garonne. Hier geen vliegjes, maar het wordt al snel fris als de zon onder is.
Zondag 3 september.
We staan op en kijken wat we zullen doen. Ron wil de haven in Toulon weer reserveren voor maandag, maar de havens in Toulon zijn dicht!!! in het weekend!!! Dus ook geen reactie op de mail. Ongelofelijk. Op 4,5 mijl afstand van de ankerplaats is een haven die wel open is tot half 2. In Saint Mandrier sur Mer. Ron belt of er plaats is en we zijn welkom aan de passantensteiger. Om 12 uur lopen we de haven binnen. Het is wel even zoeken waar de passantensteiger is, dus nog even gebeld, steiger B. We liggen fijn langszij. Dat is makkelijk afstappen. Ron gaat de papieren in orde maken en kijken of er ergens een brood te koop is. Na drie kwartier krijg ik een appie. De bakker is uitverkocht, dus loopt hij 2 km verder naar een andere bakker. Het duurt uren voor hij weer terug is. Ik vraag waar hij het brood vandaag heeft, want ik zag op Google maps een bakker op 450 meter. De bakker waar Ron naar verwezen werd, ook door Google maps ligt 3,5 km verder. Onbegrijpelijk, of misschien niet goed gekeken. We gaan de wal op, er staan diverse kraampjes met streekproducten. Ron loopt naar een kaaskraampje en proeft de kaas, daar wil hij wel een stukje van. Het is Parmezaanse kaas, huh streekproduct? Uit Italië. Parmigiano Reggiano. Bij het afrekenen schrikt hij wel een beetje, ruim 37 euro. Het is kaas van € 53,00 per kg. Maar wel erg lekker. We wandelen nog wat, doen nog een biertje en gaan weer naar de boot.
Maandag 4 september.
We staan op en doen rustig aan. Ik ga aan de website en Ron gaat naar de bakker, een andere als gisteren, dus hij was snel terug met brood en 2 religieuse gebakjes, een soort soes met puddingachtige vulling.
We krijgen bericht dat we in de haven van Toulon terecht kunnen. Om kwart over 2 rollen we de genua gedeeltelijk uit en met 20 knopen wind speren we erover. Na een kwartier meren we af aan steiger S maar aan de oostkant. Hier hebben we minder last van golven. Het enige vervelende is wel twee ferries en een cruiseboot die hier urenlang blijven liggen met draaiende generatoren.
Jammer van het geluid. Er ligt hier een boot die wel heel bang is dat er iemand tegen hem aan vaart, zoveel stootwillen. We halen boodschappen en maken een lekkere hartige taart. We zitten nog lekker lang buiten.
Dinsdag 5 september.
Het plan is om vandaag naar de kabelbaan te lopen en vandaar omhoog te gaan. We gaan kwart over 10 op pad. We lopen over de markt die hier elke morgen is. Dat meeste kraampjes verkopen groente en fruit, wel iets van 20. Een paar kraampjes met bloemen en kleding. We lopen nog een stuk omhoog en kunnen om kwart over 11 mee met de kabelbaan. We krijgen 2 euro senioren korting maar onze rijbewijzen worden wel goed bekeken. We gaan behoorlijk omhoog en kijken over heel Toulon uit.
We bezoeken het memorial museum. Het is hier ook flink tekeer gegaan in de tweede wereld oorlog.
Er zijn twee restaurants hierboven maar de reviews zijn van dien aard dat we daar maar niet heen gaan.
Onderweg pikken we bij een klein tentje een warme baguette op en eten het op het terras.
We bekijken onderweg nog de mooiste fonteinen van Toulon.
Op de boot eerst maar weer even de beentjes omhoog. We eten ‘s avonds bij een Indiaas restaurant met uitzicht op de haven.
Met grote donkere wolken zien we een ferrie vertrekken. Het eten is wel lekker maar minder lekker als de eerste Indiase restaurants waar we hebben gegeten.
Misschien het verkeerde gekozen. We lopen langs het water terug en zien langs de kade een constructie wat lijkt op hangende borstels.
Er ligt een bordje bij. Dit zijn schuilplaatsen voor kleine visjes.
Woensdag 6 september.
Vannacht ben ik de grote teennagel van mijn linkervoet kwijtgeraakt zie ik vanmorgen. Die zat nog aan een klein stukje vast. Zoals het er nu uitziet maakt me niet blij.
Vannacht ben ik de grote teennagel van mijn linkervoet kwijtgeraakt zie ik vanmorgen. Die zat nog aan een klein stukje vast. Zoals het er nu uitziet maakt me niet blij.
Over een jaar ziet het er vast beter uit. We gaan naar de markt maar eerst nog even naar de Carrefour hier in het winkelcentrum. Het is megagroot. Het is erg druk en er zijn speciale kassa’s voor kaarthouders en zwangeren. We zien een kassa met 60 erboven. Dat is voor ons. Wel gek dat er een jonge vrouw met een klein kind voor ons staat. Tot we boven de andere kassa’s ook 60 zien hangen. Ze bestaan 60 jaar! We rekenen af en kopen op de markt 2 meloenen. De verkoper spreekt wat Engels en vertelt dat hij wel eens in Aalburg is geweest en dat hij in oktober naar Amerika gaat op vakantie. September is hier een goede maand om op vakantie te zijn qua drukte en warmte. We kopen nog nectarines en tomaten en gaan voor de laatste keer naar de bakker met de heerlijke gebakjes. Om kwart over elf verlaten we Toulon. Leuke stad. Om kwart voor drie laten we het anker zakken voor het plage de la Gorguette.
Er liggen weinig boten en ook op het strand is het rustig. Vakanties voorbij. Ron belt de volgende haven voor een reservering en hoort dat dat alleen via de website kan. Dus account aangemaakt en geprobeerd. Je kunt alleen reserveren met een factuurnummer van een eerder bezoek aan Cassis. Dat hebben we natuurlijk niet. Ik zeg tegen Ron, als je gewoon wat in vult? Ron typt 12345 in. En we wachten af.
Donderdag 7 september.
We beginnen de dag met een rondje zwemmen om de boot en heen en weer naar een boei. Het water is iets minder warm als dat we gewend zijn maar het is heerlijk.
We hebben antwoord uit de haven van Cassis dat we welkom zijn. Om half een verlaten we de baai richting Cassis. We varen een paar uurtjes en even na drie uur nemen we contact op met de haven. Het Engels is niet super maar dan komt er een rubberboot met twee havenmeesters die ons een plek wijst. We snappen het niet helemaal, we zien alleen een kleine kopse steiger. Ze beduiden ons dat we de stootwillen tegen elkaar aan moeten schuiven, dus toch de bedoeling daar af te meren. Een havenmeester op de kant en een in de boot. Zo helpen ze ons met afmeren en we liggen prima.
Op de kade is een aaneenschakeling van restaurants en rondvaartboten maken tochtjes hiervandaan. Het ziet er ontzettend gezellig uit met alle terrassen. We wandelen en werpen blikken op de menukaarten die bij de restaurants staan. In reviews hadden we al gelezen dat alles erg duur is en dat blijkt. We halen boodschappen bij de supermarkt, die ook niet goedkoop is, en maken zelf eten klaar. We zitten nog lang in de kuip, met uitzicht op de verlichte restaurants. Op de kade doet een saxofonist erg zijn best. Alleen jammer dat hij maar twee deuntjes kent.
Het is een heerlijke avond. Onder begeleiding van geroezemoes op de kade vallen we in slaap.
Vrijdag 8 september.
Er is markt vandaag. Met van alles. Ook hier liggen de prijzen zo’n 60 procent hoger als in Toulon. In de supermarkt dezelfde hoge prijzen. We kopen een paar heerlijke perziken en kijken nog even bij de bakker in de etalage. Gebakjes van 4 tot 5,50 euro per stuk. Vandaag nemen we wel een ander koekje. Na de lunch lopen we naar port Miou, de andere haven hier in de buurt. Bergje op en bergje af. De haven is veel groter als dat we dachten. Er ligt zelfs een Challenger Europe. Zo’n boot hebben we ook jaren gehad.
We lopen terug en bestellen bij een strandtentje 2 large bier, is 0,5 liter. We kijken uit over het strand. Als Ron gaat betalen grap ik dat het wel 20 euro kan zijn. En dat is zo, geen grap. We lopen terug naar de boot en drinken een glaasje wijn. Eerste klas liggen we toch al. Ron gaat nog even zwemmen bij het strand dichtbij. Het is er nog lekker druk. We maken eten en intussen is ook de saxofonist weer van de partij. We gaan de kant op voor een ijsje. Dat varieert tussen de ijssalons van 3 euro tot 5 euro per bol. We lopen door kleine straatjes waar ook vaak nog 10 tafeltjes staan van restaurantjes.
De restaurants aan de kade hebben tv-schermen hangen waar de president van Frankrijk op te zien is. Even later zien we voetbal op de schermen en aan het gejuich op de kade te horen is er wel 15 keer gescoord.
Zaterdag 9 september.
Ron gaat naar de supermarkt voor brood, ik breng het vuilnis weg en maak de boot vaarklaar. Ron komt terug met twee paarse eclairs.
Nog nooit gezien dus die kon hij niet laten liggen. Ron gaat de haven betalen en het blijkt dat dit behoorlijk dure nachtjes geweest zijn. 53 euro per nacht. We vullen de watertanks bij en vertrekken naar een ankerplaats. (Even tussendoor: We hebben voor 11 september gereserveerd in port Napoleon. Daar halen we de zeilen eraf en maken de mast klaar om eraf te gaan. Op 14 september gaat de mast naar beneden en wordt op de bokken gelegd die Ron al aan boord heeft gemaakt. Dan ruimen we de verstaging en lijnen op e.d. op. 19 september stappen we op de trein en op 20 september om 00.15 komen we dan aan in Grootebroek. De MRI is op 21 september en afhankelijk van de uitslag op 26 september boeken we de terugreis om de boot op de motor over de Rhone en de Rijn naar Broekerhaven te varen.) We varen ruim een uurtje en laten het anker zakken in Calanque de Fontagne. Weer een heerlijke plek. Af en toe een duik in het prachtige water. We liggen met 5 bootjes voor de nacht.
Zondag 10 september.
Wakker worden en meteen overboord. Een van de laatste keren dat we dat kunnen doen. Tijdens het zwemmen voel ik iets tegen mijn arm, een steek ofzo. Het is een dikke jeukerige plek, waarschijnlijk van een kwal, die ik hier trouwens nog helemaal niet heb gezien.
Na het ontbijt halen we het anker op, en zie ik een kwal. Om half tien varen we op de motor weg. Onderweg zien we een paar dolfijnen.
Lang niet gezien. Helaas zwemmen ze niet met ons mee en gaan de andere kant op. We kunnen nog een stukje zeilen en tegen 1 uur valt het anker voor Sainte-Croix, Calanque des Tamaris. Weer zo’n prachtige baai. En veel badgasten op de rotsen en het strand. We varen met de rubberboot naar de kant en wandelen naar de andere kant van de plaats. Daar drinken we een biertje op het terras en lopen daarna langs de kust terug naar het rubberbootje en roeien naar de boot. We blijven liggen met twee zeilboten voor de nacht.
Maandag 11 september.
Toen wij gisteren opstonden bleken we allebei behoorlijk wat muggenbeten te hebben. Er zijn hier heel kleine gemene vliegjes van ca. 3 mm. Dus toen wij gingen slapen hebben we de klamboe weer voor de ingang gehangen en anti mug spray opgespoten. Niet echt een lekker geurtje en gelukkig vonden de muggen dat ook, zodat we ongeschonden op kunnen staan. Voor de laatste keer genieten we van ons ochtendbad om de boot heen. Het is heel rustig nu, een enkele zwemmer en strandgast. Met weemoed zwemmen we hier nog een laatste keer voor de lunch en dan verlaten we de laatste ankerplaats.
Op zeil komen we een heel eind. Het laatste stukje op de motor door een heel smalle geul waar vissers op een stoeltje zitten te vissen in het water op een paar meter afstand.
We meren af en komen bij de receptie waar ze alles al weten en kunnen blijven liggen waar we afgemeerd zijn. We zetten eerst de fietsen in elkaar en op de kant. Dan de rubberboot afspoelen, die is morgen droog om op te vouwen. Na het eten gaan we nog even op pad om de omgeving te verkennen en te koop aangeboden schepen te bekijken. Ook op deze haven staan weer schepen, met grote bossen schelpen eraan, die waarschijnlijk nooit het water meer zullen voelen. We lopen in de schemering terug en worden aangevallen door steekmuggen. Gauw naar de boot, die we gewoon open gelaten hebben, en die nu ook vol muggen zit. We hangen de klamboe op voor de ingang, spuiten anti mug op ons en zijn het volgende halfuur bezig de muggen dood te klappen. Pffff.
Dinsdag 12 september.
We denken dat we alle muggen gepakt hebben want er zijn geen bulten bijgekomen en we horen geen gezoem vannacht. Na het ontbijt halen we het grootzeil en de genua eraf. Een zwaar klusje, opvouwen en opbergen in het vooronder. De rubber boot leeg en opvouwen en vastbinden op dek. En allerhande lijntjes opruimen. We spreken Argentijnse buren. Zij hebben hun boot, een ouder type Najad 34, genaamd Bolero, uit Zweden opgehaald en precies bij de laatste sluis ging het fout bij hun en is de voorstag gebogen, ongeveer 1,5 meter vanaf de furlex. Ron stuurt een foto naar John Buysman voor advies. Die belt terug. 30% kans dat het lukt om terug te buigen met warmte. En anders 1500 euro voor een nieuwe. Ron overlegt het met ze en morgen zullen we het proberen. We gaan naar een supermarkt. We fietsen er in een desolate omgeving naar toe. Veel parkeergelegenheid overwoekerd met onkruid. De supermarkt is al niet veel beter. Lege schappen en gewoon een onverzorgde indruk. Morgen zullen we kijken of de andere supermarkt beter is. Grote Mees ligt hier ook aan de steiger en we zien rattenkeuteltjes bij hen bij de ankerbak. Zij zijn voor een paar weken naar huis. We appen toch maar even en ik maak het schoon. De ankerbak ziet er goed uit, daar zijn ze waarschijnlijk niet in geweest. Ron is intussen bezig met nog meer voorbereidingen. Tegen de avond bereiden we ons weer voor op de muggeninvasie. Klamboe voor de ingang en luik open met horregaas ervoor. Jammer dat we vanaf 8 uur binnen in de warmte moeten zitten op deze mooie avond, maar het is echt niet te doen.
Woensdag 13 september.
Ron maakt nog wat sluitinkjes los en ik maak binnen wat schoon. We lezen net in de krant dat ook in Nederland een muggenplaag verwacht wordt. Bij grote Mees liggen weer wat keuteltjes op dek. We horen van een Belgische boot dat zij dat ook hebben gehad. Er bleek een rat in de zeilhoes te zitten die razendsnel overboord sprong en weg zwom. De Argentijnse buren, German en Astrid, laten weten dat ze klaar zijn voor de klus en we gaan gewapend met stroomaansluiting en föhn die kant op. Spannend. Deze föhn is niet voor je kapsel, maar om verf af te branden. Waarom die aan boord is, geen idee, maar komt nu toch goed van pas. Ron zet de föhn erop en binnen 10 minuten kan de rail teruggebogen worden. Opluchting bij iedereen en verbazing bij omliggende schepen.
Na de lunch wandelen we wat, maar er is weinig te beleven. Industriegebied en mosselenverwerking. We spreken andere Nederlandse mensen van de boot achter ons. Zij lagen voor anker bij Menorca tijdens de storm en hebben angstige momenten gehad. We worden gebeld door Huub. Hij heeft eindelijk een datum voor het verwijderen van de pennen in zijn hand. 2 oktober in het AMC, dus wij gaan met hem mee en zullen iets later terugreizen naar de boot. Met het oog op het toekomstige vertrek inventariseren wij de bakskist op etenswaren. Dat is nogal saai verrassend wat we daar vinden. Drie potten sperziebonen en drie potten asperges.
We kunnen even vooruit. We zitten om 8 uur net aan de meloenhappen als de eerste muggen zich alweer melden. Snel brengen we alles in stelling om deze huftertjes te weren en gaan naar binnen. Hier moeten we er echter nog een paar omleggen.
Donderdag 14 september.
De mast gaat naar beneden. De wekker gaat al om 7 uur. Om 8 uur varen we naar de kraan en meren af. De afspraak is 9 uur. Er moet eerst nog een mast van een andere boot af. Om kwart over 9 zijn we aan de beurt en om 10 uur varen we daar weg.
Ron weet de boot met uitsteeksels voor en achter weer in één keer op z’n plek te leggen. Astrid zegt dat ze een cadeau voor ons hebben. Is natuurlijk niet nodig, maar we hebben ze wel veel geld bespaard. Ik vraag ze op de koffie en we zitten zomaar een uur te kletsen. Leuk om hun verhalen te horen en als we in de buurt van Buenos Aires zijn, moeten we maar even bellen. Dat geldt andersom natuurlijk ook. Als cadeau geven ze een Opinel mes waar Ron heel blij mee is. Het favoriete merk van Bob. Dan is het tijd om te kijken waarom de boiler niet meer warm wordt op stroom. Op de motor warmt ie wel op. Daarvoor moet natuurlijk eerst weer de halve bakskist leeg.
Maar het lukt.
Het is een gezellig gekoetel op steiger D.
Men is bezig met het weer opzetten van de mast of bezig om de mast eraf te laten halen. Iedereen loopt met gereedschap en is bezig. We fietsen naar de supermarkt. Nu naar de Intermarche. Wat een verademing, zo’n fijne winkel. Met twee volle rugtassen en 5 liter motorolie zijn we weer terug. Heerlijke pruimen en druiven gescoord. Tegen 21.00 uur kregen we een appie van Nynke. Ze zijn weer in port Napoleon, met de auto vanaf huis. Even bijkletsen met een flesje bubbels en naar bed.
Vrijdag 15 september.
Het is weer prachtig weer en ik besluit alle opgespaarde was aan te pakken. Er staan hier prachtige wasmachines en drogers, dus twee grote wassen. Daarna in de droger, maar die zat blijkbaar te vol want het is niet droog. Dus de railing volgehangen en de dekbedovertrekken over de mast die nu plat op de boot ligt. Ron is bezig de olie te verversen, maar dat wil niet zo erg, dus ik hou me op de vlakte. Ik zet maar eens het voorpand op voor Ron zijn nieuwe trui, want van breien is het door de warmte nog niet erg gekomen en de winter komt eraan. We gaan om een uur of vier naar de stad voor boodschappen, diesel en een pikhaak. We zitten net een tijdje in de kuip als er iemand aan komt en zich voorstelt als de buurman. Hij vaart mee op het raceschip aan de andere kant van de steiger. Ze zouden zondag vertrekken naar Malta, 700 mijl. Daar moet het schip zijn voor een wedstrijd. Wegens de storm is het vertrek een paar dagen uitgesteld, en de eigenaar komt pas maandag, maar deze man, Felix is er al. Het raceschip is heel kaal en hij moet alles uitzoeken hoe het werkt. Hij heeft nog niet veel zeilervaring op grotere schepen en nu gaat hij gelijk een reis van 5 dagen aan. Ron maakt het eten. Aardappelen met gewokte prei en van die kleine groene, soort milde pepertjes die je vaak krijgt in een Spaans restaurant. Ron begint te bakken en meteen moeten we hoesten. Zijn het wel de goede pepertjes? Ron proeft een stukje en loopt rood aan. Ojee, het zijn echte. Snel vissen we alle groene stukjes eruit, maar het kwaad is al geschied. Ook de prei is heet. Weinig groente dus vandaag. Nynke appt of we een drankje komen doen op grote Mees. Natuurlijk en zo hebben we weer een gezellige avond.
Zaterdag 16 september.
Langzaam komen we op gang en gaan naar de stad om brood te halen. Op zondag zijn de winkels dicht en we hebben niet meer genoeg. Daarna fietsen we nog wat in de omgeving. Aan de andere kant van de haven waar we liggen is ook een enorme haven. Met deze haven hadden we eerder ook contact gezocht, maar nooit reactie gekregen. We gaan nog even bij German en Astrid langs, die inmiddels op het droge staan.
We hadden nog afgesproken om samen te eten en zij vertrekken maandagochtend vroeg al. We spreken af om 19.00 uur bij hun boot te zijn en te beslissen waar we heen gaan. We rommelen nog wat op de boot en gaan naar de Bolero waar we nog een spaatje drinken en dan fietsen we naar de pizzeria in de stad. We hebben muggenspray meegenomen en dat is maar goed ook. En het werkt geweldig. Geen mug durft nog in de buurt te komen. Aangezien in Nederland ook een muggenplaag is, gaat de spray mee naar huis. We hebben heel gezellig gegeten en na afloop gaan German en Astrid nog even mee om een zeilers drankje te proeven. Uiteraard de Berenburg en schippersbitter, die in de smaak valt.
Zondag 17 september.
We voeren relaxt alvast wat klusjes uit en kletsen een hele tijd met het tijdelijke buurmeisje van het schip naast ons. Ze werkt een aantal maanden en van het verdiende geld reist zij dan tot er weer geld verdiend moet worden. Rond half vijf gaan we German en Astrid gedag zeggen. Ze zijn druk bezig met de laatste dingetjes en gaan morgen om 8 uur met de taxi naar het vliegveld. We hebben met Nynke en Rob afgesproken dat wij eten zullen maken wat we dan bij hun zullen eten. Ron heeft een soort nasi gemaakt en we laten het ons goed smaken. Na het eten valt er nog wel wat te kletsen en is het zo weer bedtijd.
Maandag 18 september.
Alvast ruimen we nog wat op en Ron schrobt het dek. We halen nog een broodje en druiven en Ron tankt nog een jerrycan diesel. Bij het wegrijden komen we Nynke en Rob tegen die net uit de supermarkt komen.
Ze komen vanavond voor de afscheidsborrel. We komen op de haven en inmiddels is ook de eigenaar van het raceschip gearriveerd. We zwaaien hen uit en wensen hen veel succes.
Het is mooi weer, harde wind, we pakken nog even de fiets en fietsen door het natuurgebied naar het strand. We willen een foto maken van de flamingo’s maar die staan wat ver. Ze kleuren al wel wat roze en de vleugels zijn prachtig gekleurd als ze wegvliegen. De muggen zijn vandaag erg vroeg. Het is nog licht, kwart over 7 als ze al komen, dus snel de klamboe. Tegen acht uur komen Nynke en Rob en na een gezellige avond is het bedtijd. Ik kijk nog even op de app en zie dat ik een berichtje heb van Astrid van de Bolero. Ze zijn vergeten de laatste dingen uit de koelkast te halen en die is uit natuurlijk. Of wij op de receptie de sleutel van de boot willen halen en de koelkast leegmaken. Ze heeft al een mail gestuurd naar de receptie.
Dinsdag 19 september.
We maken de laatste dingen in orde voor het verlaten van de boot en halen de sleutels van de Bolero op bij de receptie. Het valt mee, een half pak melk en gesmolten ijsblokjes. Maar de koelkast is dicht, dus dat had over 8 maanden in de warmte wel eens vreselijk kunnen gaan stinken. Ron maakt de koelkast droog en legt er een handdoek onderin.
We drinken rond kwart voor elf koffie op de grote Mees en halen dan de tassen op, zetten de kuiptent op de boot, nemen afscheid van Nynke en Rob en lopen naar de uitgang waar de taxi ook al aan komt. We zitten ruim een uur in de taxi naar station Saint Charles. Op de meter staat 155 euro, maar de chauffeur rond het af naar 135 euro. Toch aardig. We zijn ruim op tijd zodat we in Marseille nog een bord couscous kunnen eten bij een Tunesisch restaurantje.
We lopen naar het station en vinden al snel het juiste spoor. Het is niet zo’n groot station en we vinden al snel onze zitplaatsen, boven in de trein. We hadden verwacht onderweg wat te kunnen zien maar dat valt tegen. Veel struiken en schermen langs het spoor.
Ook de zitplaatsen zijn niet ruim. We dachten dat als je 3,5 uur in een trein zit je wel iets ruimer zou zitten maar vooral Ron heeft geen centimeter meer over. We komen aan op gare de Lyon en hebben een uur om met de metro naar Paris Nord te komen. Bij de kaartjesautomaten is het druk. De automaten reageren langzaam als je op het scherm tikt. Ongeduldige mensen klikken steeds op het scherm en dan staat er dat ze 6 kaartjes kopen. En dat moet niet dus begint het weer opnieuw. Na een kwartier hebben we de kaarten en lopen naar de metro waar we gelijk in kunnen stappen. En dan zijn we op station Paris Nord. Een van de grootste stations ter wereld met twee etages metro en twee etages treinen. We kijken om ons heen. Waar moeten we naar toe. Nergens een bord Amsterdam en de tijd begint te dringen. Eerst maar omhoog. We schieten iemand aan die zo vriendelijk is een stukje met ons mee te lopen en ons de juiste weg te wijzen. We willen nog een broodje halen maar overal staan rijen. Ron ziet een tentje waar het rustig is en haalt daar wat. We weten nu ook waarom daar niet veel klandizie is. Dan naar de juiste wagon, nummer 17, de allerlaatste. We zijn al haast in Amsterdam. We zitten. In deze trein hebben ze voetensteunen, waarschijnlijk voor mensen met korte beentjes, maar ons zitten ze in de weg. Nog een kop koffie uit de restaurantwagon en na drie uur zijn we in Amsterdam. Nu hebben we 7 minuten overstaptijd en we moeten van perron 11 naar 8a en dat lukt. Ron weet in die tijd zelfs nog een kroket uit de muur te trekken. En dan naar Enkhuizen. Wat een verademing deze trein. Zo ruim zitten. Om kwart voor 12 stappen we uit in Grootebroek. We lopen de hoek om en daar staat Huub ons op te wachten. Wat een verrassing. Hij gaat nog heel even mee naar binnen en we zien dat hij ook nog voor de eerste levensbehoeften heeft gezorgd en zelfs de klok heeft opgewonden. Er staan bloemetjes en kaartjes. We zijn weer thuis. Hier stopt de reis even. Wordt vervolgd in de eerste week van oktober. Op 4 oktober stappen we om kwart over 5 op de trein naar Brussel, waar we op het vliegveld stappen richting Marseille.
Maandag 2 oktober.
We zijn met Huub in het AMC want de pennen gaan uit zijn hand. Al met al is hij daar de hele dag. Wij gaan tussendoor op de koffie bij vrienden in Zaandam. ’s Avonds doen we nog een afscheidsborrel bij Nita en Henk.
Dinsdag 3 oktober.
De koffers pakken, wat gaat er mee, wat hebben we nodig en het huis netjes achterlaten. En op tijd naar bed.
Woensdag 4 oktober.
De wekker gaat. 04.15 uur geeft ie aan. We doen een vroeg ontbijt en lopen om kwart voor 5 naar het station. Daar zijn we een kwartier te vroeg, maar beter te vroeg dan te laat.
We stappen in een bijna lege trein die tot Amsterdam steeds voller wordt. In Amsterdam moeten we overstappen en lopen naar perron 13a waar de trein zal vertrekken. We staan daar met een groep te wachten op de trein. Verderop staat wel een trein en ik besluit daar toch even heen te lopen. Ik vraag het aan iemand van de spoorwegen, het blijkt de trein te zijn die we moeten hebben. Ik armgebaar naar Ron en de hele meute komt naar de trein. Pfff. In Antwerpen moeten we nog een keer overstappen en om kwart over tien komen we aan in Brussel-Charleroi. We nemen een taxi naar het vliegveld waar we eindelijk in de gelegenheid zijn een bakkie koffie te kopen. We geven de bagage, de tickets en de paspoorten af. Er lijkt een probleempje. Omdat op elke haven waar we komen onze paspoorten worden gekopieerd, wat eigenlijk niet mag, hebben we de onderste rand met gegevens afgeplakt. En dat is nu het probleem. Ron zegt dat het eraf mag, hoewel het ook wel wat doorzichtig is, maar de super visor moet erbij komen. Die vindt het geen probleem. Dan nog door de douane. Alle metaal en batterij spullen in de bakjes maar er lijkt toch nog wat in mijn tas te zitten. De douanebeambte haalt het mes eruit wat we van German en Astrid hebben gekregen. Die hadden we op de terugreis met de trein mee voor de appeltjes en thuis niet uit de tas gehaald. Wat jammer. De man vraagt nog wel of we ook hiervandaan terugreizen, dan zou het mes bewaard worden. Helaas. Na een tijdje stappen we in het vliegtuig en om half drie landen we.
We wachten op de bagage en kijken of er een Uber in de buurt is. Dat is zo en hij zet ons om vier bij de haven af. Het is gelijk warm. We betalen eerst de rekening bij de haven, fietsen dan richting supermarkt en weer terug naar de boot, want Ron is zijn rugtas vergeten, weer op weg en slaan in voor een paar dagen. Het plaatsje is nog meer verlaten als de vorige keer. Restaurants dicht, het seizoen is over. Dan de watertanks vullen, boodschappen opruimen, koffertjes uitpakken en dan begint het er weer wat op te lijken. Ron gaat nog even overboord om het wieltje van het log, de snelheidsmeter, los te maken. Die staat hier na een paar dagen altijd vast. Op de wal aan de overkant van het water ligt nog een losse stootwil, dus Ron springt nog op de fiets om die op te halen. Stootwillen kun je niet genoeg hebben met zoveel sluizen. Alles net op tijd geregeld voor de invasie muggen weer aankomt, dus binnen blijven met de klamboe voor de opening.
Donderdag 5 oktober.
Saint Louis du Rhone – Avignon. De wekker gaat om 6.15 uur. Het is 13 graden en nog donker. We varen weg om 6.45 uur richting sluis. Onderweg zien we prachtige luchten.
We varen langs een stelling waar motorboten worden gestald, 2 en 3 hoog. Ron neemt contact op met de sluis. Nog even wachten. Aan de kade ligt een enorm zeilschip. Prachtig om te zien. De bemanning is bezig het houtwerk te onderhouden. Parcdumazet is eerste sluis. Aan de kant staat een man die ook door de rivieren wil varen maar geen ervaring heeft. Wij ook niet. Hij vraagt ons telefoonnummer en vraagt of hij vanavond mag bellen. Dan gaat hij morgen waarschijnlijk ook. Zijn boot heet Frendship. We zijn er doorheen om 5 over 9. We vertrekken bij kilometerpaal 322,5.
We praten nu over kilometers in plaats van mijlen omdat op de rivieren de afstanden in kilometers worden aangegeven. Met behulp van de borrelplanken, het reddingsvlot en de comfort seat maakt Ron een riante zitplaats achter het stuurwiel.
We lopen ruim 5 mijl door het water. Nog weinig stroom tegen. Om kwart over een passeren we Arles. We gaan lekker en nergens afmeergelegenheid dus we stoppen niet. Aan de bussen op de wal te zien is het wel een bezienswaardige plaats. Misschien later nog eens met de camper. We komen aan bij de sluis bij Beaucaire. De man spreekt geen Engels, wij geen Frans. We maken uit zijn koeterwaals dat we nog even moeten afmeren. Er komt een groot vrachtschip kruipend uit de sluis en voor ons gaat er een groot vrachtschip kruipend de sluis in.
Dan wordt het licht groen en kunnen wij er in. De bolders zijn drijvend en staan ver uit elkaar. Het schutten kan alleen met een middenbolder. We gaan 16 meter omhoog. Best spannend met een mast die voor en achter uitsteekt.
Wat een geluk dat we de grote ronde zwarte stootwil hebben gevonden. Onderweg zien we nog een leuke boei die het gebied voor waterskiën aangeeft.
Om kwart voor 7 meren we af aan de kade in Avignon, voor een boot, genaamd Doordrijver uit Aernewoude. Als we aan de buurman vragen waar we kunnen betalen blijkt het de nieuwe eigenaar van de boot te zijn. Een Italiaan die de boot naar Italië brengt, maar hij spreekt Engels en legt uit waar we kunnen betalen. Het kilometerbordje staat op 141,5. We gaan de wal op en vinden een leuk Libanees restaurant waar we heerlijk eten. Alleen de stoeltjes buiten zitten wat beroerd. En vanavond geen muggen. Dat valt alles mee.
Vrijdag 6 oktober.
Avignon-Bollène. Om 9 uur eerst maar eens de stad in. We komen op het Jardin des Doms. Gebouwen, kerken, park. Prachtig om doorheen te lopen. Nog volop toerisme hier. Hele straten met terrassen. Leuke kleine straatjes. We doen nog een poging om havengeld te betalen. Gisteren was de deur op slot. Nu ook, maar kwam er een dame. 23 euro voor eigenlijk niets. We zijn weer op de boot en Ron gooit twee jerrycans diesel in de tank. 20 liter. We moeten goed opletten want er zijn weinig tankmogelijkheden op deze route. De man die gisteren bij de sluis stond belt. Ik heb hem een app gestuurd met foto’s van de sluis en dat een middenbolder echt nodig is. Ook dat hij grote ronde stootwillen nodig heeft. Hij wil morgen om 7 uur door de sluis richting Avignon. Om elf uur vertrekken we en varen een klein stukje terug om weer op de goede route te komen. Bij paaltje 243 zijn we de hoek weer om. Al snel zien we de volgende sluis. Dit gaat vlot. We liggen er als enige in. Het schutten duurt een tijdje en daar gaan we weer. Volgende sluis, de Caderousese, er vaart een vrachtschip uit, licht op rood/groen, er vaart een vrachtschip in. Ruimte genoeg voor onze boot. Licht gaat op rood. Marifoon wordt niet beantwoord. Het is half drie. Zo schiet het niet op. Half vier. Licht gaat op rood/groen. Een vrachtschip vaart langzaam uit. Wij varen alvast op. En het licht gaat weer op rood. Nu maar per telefoon. De sluiswachter spreekt geen Engels. Hij zegt iets over een probleem. Na 5 minuten gaat het licht weer op groen en varen we naar binnen. Om half 5 varen we uit. Deze sluiswachter is niet geschikt voor deze baan. We varen door prachtig landschap en komen bij St. Etienne-des-Sorts. Hier liggen drijfsteigers maar we willen nog even door naar de sluis van 23 meter. Nog 10 km. We gaan Canal de Dronzere-Mondragon in. We varen tussen 2 begroeide betonnen wallen waar best veel stroom tegen kan staan. We hebben mazzel want we hebben slechts 1 km stroom tegen. We zijn nu bij kilometerpaal 190, dus veel zijn we niet opgeschoten vandaag. We komen bij de sluis de Bollène, die ook nog een toeristische attractie blijkt te zijn. Ron roept de sluis op en het licht gaat meteen op groen. We kunnen zo invaren, dat maakt weer veel goed. Hoewel deze sluis 23 meter verval heeft, gaat het schutten snel.
In 20 minuten zijn we er doorheen. We meren af aan de wachtsteiger aan de andere kant. Het is inmiddels half acht dus te donker om verder te varen. Onder het varen heb ik de groenten voor de pasta al gesneden dus alles kan zo de pan in.
Zaterdag 7 oktober. Bollène-L’Epervière. 7 uur.
De wekker. Ron stapt om kwart over 7 op de fiets. Ons brood is op en op 2,5 km is een bakker die vanaf 6 uur al open is. Zo vroeg is het best fris maar het belooft weer een mooie dag te worden. Ron komt terug met vers brood, croissants en omdat het weekend is voor elke dag een heerlijk gebakje. Alleen de doos met een strik erom is al een kadootje.
De zon komt erbij en even na achten varen we weer weg. Bij kilometerpaal 166 zien we aan bakboord het jachthaventje van Viviers met veel plaats aan de drijfsteigers. We varen vrij hoog na twee sluizen van 23 en 19 meter omhoog. Sluis Chateau Neuf van 19 meter gaat heel snel, is in tien minuten op hoogte. Achter de dijk zien we af en toe een kerktoren en wat schoorstenen. We zien surfers en kitesurfers die foilen.
Ee
Een van de kiters doet even een kunstje voor ons. Hij springt meters omhoog. Bij Cruas kilometerpaal 143,5 zien we aan bakboord een jachthaventje. Inmiddels waait het windkracht 4 tegen. Dit scheelt een mijl per uur in de snelheid. We komen om 5 uur aan bij sluis Beauchastel. En om kwart over 5 kunnen we er in. In de sluizen tot nu toe piepten en kraakten de drijvende bolders nogal.
Maar bij deze sluis lijkt het op de begintune van Once upon a time in the west. We krijgen een ingesproken app van Frendship die zo blij is met advies om grote ronde stootwillen aan te schaffen. Bij kilometerpaal 112 is een haventje bij l’Epervière waar we tegen 7 uur afmeren. We lopen meteen naar het havenkantoor maar die is gesloten op zaterdag en zondag. Na het eten fietsen we met ieder een jerrycan naar het tankstation in de buurt. We tanken, rijden naar de boot, gieten de diesel in de tank en gaan nog een keer dat ritje.
Zondag 8 oktober.
L’Epervière-Les Roches de Condrieu. We vertrekken om 10 voor 8 en om half 9 hebben we de eerste sluis, de Bourg de Valence bij paal 105. De sluiswachter spreekt Engels en geeft aan dat het nog 50 minuten duurt. Hij wacht eerst op een ander schip. Dit schip past qua breedte maar net in de sluis. Het schutten van 13 meter gaat supersnel. In een kwartier zijn we boven. De wind is een stuk minder en het zonnetje maakt het aangenaam. We zien veel wijnbouw hier. Welke cote du Rhone het wordt, is vaak afgebeeld op een stenen muurtje. Bij Tournon, paal 91 is een afmeergelegenheid.
Bij paal 87 komen we door sluis de Gervans en bij 60 de laatste sluis van vandaag, de Sablons. De sluiswachter spreekt Engels en geeft aan wanneer we erdoor kunnen. Het gaat vlot en we varen de laatste 19 kilometer naar de haven. We krijgen een ligplaats en liggen naast een jong stel Zweden die binnendoor naar de Med willen. Ze gaan met een open einde en werken onderweg.
We lopen over de steiger en zien een zeilboot waarop echt alles zwart gespoten is. De kapitein, een oudere man met een piratenhoed, zit erbij. Zelfs de stootwillen zijn zwart gespoten. Een en ander bladdert wel wat af en de boot zal waarschijnlijk niet meer van zijn plaats komen. Hij heeft, zegt hij, de boot zwart gespoten omdat zijn vrouw ook zwart was.
Maandag 9 oktober.
Les Roches de Condrieu-Neuville sur Saône. We halen eerst boodschappen en een tankje diesel en vertrekken om kwart voor elf. De eerste sluis staat op rood en gaat na contact op rood/groen. Binnen 10 minuten kunnen we er in. Intussen zit ik de schouders van de trui voor Ron te mazen. Die moet voor de winter klaar en hij moet dus even passen bij 28 graden. De volgende sluis Pierre Benite kunnen we zo invaren en zowaar komt er nog een motorboot bij. We varen door Lyon en zien diverse campementen onder bruggen, bijzondere gebouwen, hele mooie oude gebouwen en een paar muren met maskers.
We varen door. Lyon staat niet bekend als heel veilig en het is pas half 5 dus we varen er liever nog wat kilometers bij. Bovendien is het nog prachtig weer, 28 graden, en dat gaat veranderen over een paar dagen. We gaan door de eerste sluis van de Saône. Zonder drijfbolders. We leggen onze landvast om een heel smerige bolder, die we ook nog een paar keer moeten verleggen. Weer even wennen om op deze manier te sluizen. We varen door tot Neuville sur Saône waar we aan de kade gaan liggen.
Ron ziet dat er op 500 meter een tankstation is, dus die gaat de kant nog even op voor een nieuwe tank. We eten aan boord en gaan nog even de wal op.
Dinsdag 10 oktober. Nouvelle sur Saone – Tournus.
Ron haalt nog een kannetje diesel, dichtbij op 500 meter en met het zonnetje in de rug vertrekken we om half 9. Relaxt varen vandaag. De eerste sluis ligt op 40 km en dat blijft waarschijnlijk de enige sluis want de volgende sluis is 50 km verder. We komen aanvaren bij sluis de Drace en binnen tien minuten liggen we erin. Het sluizen gaat heel snel. Een paar meter in 7 minuten. We komen niet veel tegenliggers tegen en worden niet achterop gevaren. We sturen om de beurt en intussen kan ik ook nog breien.
Als leidraad voor deze reis hebben we een verslag van mensen die deze reis in juli en augustus 2011 hebben gemaakt. Zij geven aan dat er weinig afmeergelegenheid is. Dat is inmiddels veranderd. Op veel plaatsen zijn afmeerplekken gemaakt, zelfs vaak met stroompalen. Ook enkele jachthavens komen we tegen. Aan de Saone zitten veel mensen te vissen en er zijn mooie recreatieplekken waar we vaak campers zien staan. Er is ook goed te fietsen langs deze rivier. De mensen uit 2011 hadden de pech dat het veel geregend had waardoor ze flink stroom tegen hadden. Wij hebben de mazzel dat het al een tijdje droog is waardoor we weinig stroom tegen hebben. We zien onderweg mooie herfstkleuren en varen door het plaatsje
Macon. We zien veel mensen die vissen.
Vanuit tentjes op de wal, in een bootje en veel vissers staan een halve meter in het water. Om half zes leggen we aan de kade in Tournus vast.
We bellen nog even met Huub. De handtherapie valt nog niet mee. Na het eten nog een rondje door het oude plaatsje en kijken waar de bakker is. De Frendship appt nog dat hij waarschijnlijk problemen krijgt met de diepgang. Het heeft al een tijd
niet geregend en hij is bang problemen te krijgen met zijn diepgang van 1,60 meter. VNF, de Franse autoriteiten die hierover gaan, hadden hem verzekerd dat het met 1,60 wel kon maar hij twijfelt eraan en wij ook. We sturen hem een paar links door en hopen er het beste van.
Woensdag 11 oktober. Tournus – St. Jean de Losne.
Dagelijks ritueel. Wekker om half 8, naar de bakker, ontbijten en trossen los om half 9. Het is heel erg vochtig en er hangt een lage mist. We passen de snelheid aan. Gelukkig is er een zonnetje bij. Op de AIS zien we dat er een boot voor ons uit vaart, maar de boot zelf kunnen we niet zien. De mist trekt op en we zien de motorboot van 40 meter de sluis in gaan. Wij kunnen erachteraan. Helaas houdt de kapitein die boot met zijn schroef op de plaats waardoor wij behoorlijk aan de lijn moeten trekken. In Nederlandse sluizen moet de schroef stil als de boot vast ligt. We varen door en na 20 km zien we een dieselpomp aan de waterkant. Dat komt mooi uit. Tank en jerrycan weer vol en daar gaan we weer.
Genieten van de omgeving en het prachtige weer. Weer een sluis in zicht. Het sluizen hier gaat met een noodgang. Bolders staan ver uit elkaar en omdat de mast voor en achter uitsteekt moeten we in het midden meteen vastmaken en aantrekken om te voorkomen dat we scheef komen te liggen en de mast tegen de sluiswand slaat. Er komt behoorlijk kracht op die lijn. We gebruiken twee lijnen om en om met overpakken. Ron heeft bedacht dat het aantrekken lichter gaat als er een blok tussen zit, dus die heeft hij gemonteerd. En inderdaad is dit een stuk minder belastend. We varen nog even door en bij St.Jean de Losne meren we om 19.00 uur af aan de kade. We wandelen nog een tijdje en zitten daarna nog tot 10 uur heerlijk buiten.
Donderdag 12 oktober. St. Jean de Losne – Ranchot.
De wekker een half uurtje later omdat er mist voorspeld was die niet kwam, de bakker dichtbij en omdat de buurvrouw vandaag jarig is, en we thuis dus gebak missen, ook gebak gehaald. Vertrek kwart voor 9 en aan bakboord zien we meteen een mooie camperplek. Om kwart over 9 varen we de eerste sluis van du Rhone au Rhine canal in. De sluiswachter pakt de lijnen aan, controleert ons belastingvignet en geeft ons een afstandsbediening voor de komende 74 sluizen. Er zit ook een keurig overzicht bij van alle sluizen met nummer en naam en waar je kunt afmeren, waar een haven is, waar restaurants zijn en waar je boodschappen kunt doen.
De bolders in de volgende sluis zijn best hoog en er zijn geen bolders in de wand. Ron gaat snel het trappetje op en legt lijnen om de bolders. Na een aantal sluizen hebben we een bepaalde strategie. We zien de sluis en drukken op de afstandsbediening. De sluis gaat op rood/groen en na een paar minuten gaan de deuren open. Het licht gaat op groen en we varen in. Ik maak snel, zo strak mogelijk, een lijn vast aan het trappetje. Ron gaat met de pikhaak het trappetje op, pakt de achterlijn en legt die om de bolder. Ik leg de lijn vast. Dan pakt Ron de voorlijn en ik leg die vast. Ron komt weer aan boord en legt de achterlijn strak om de lier. Dan zet Ron de bediening in werking en maak ik de lijn van het trappetje los. Het is wat vervelend dat de bediening van de sluis de ene keer aan stuurboord is en een andere keer aan bakboord. Het is dus belangrijk aan beide zijden de stootwillen paraat te hebben. Op deze manier werkt het het best om te voorkomen dat de mast aan de voorkant tegen de sluiswand botst. We zouden eigenlijk het plaatsje Dole aan doen, maar het gaat zo voorspoedig nog met mooi weer, dat we doorvaren. Voor zaterdag is de hele dag regen voorspeld, dan doen we een rustdagje. Daarna is de temperatuur gelijk een graad of 12 kouder met mogelijk nachtvorst. We zien veel bomen met maretakken erin. Maretakken, ook wel mistletoe, is een halfparasiet die de sapstroom van de boom neemt waardoor de boom een langzame dood sterft. Uiteindelijk gaat dan ook de maretak dood als er geen voeding meer is. Ook hier tieren de waterplanten welig. We kunnen niet erg uitwijken, want alleen in het midden is het diep genoeg.
We komen na een aantal sluizen bij sluis Ranchot en meren daar af.
Volgens de bijlage die we van de sluiswachter kregen zou er water, elektriciteit en supermarkten zijn. Er is geen water en elektriciteit en de supermarkt is een klein buurtwinkeltje. We wandelen een rondje maar het is echt een gehucht. Er is wel een camping op een prachtige plek en ondanks dat daar best veel campers en caravans staan, is daar ook de boel dicht.
Vrijdag 13 oktober. Ranchon-Besancon.
Om 8 uur vertrekken we en om 5 voor half negen varen we de eerste sluis al uit. Het is wat heiig. Intussen is alles vies op dek. De sluizen zijn aangegroeid met vies, blubberig groen spul.
Dat komt aan de lijnen en de stootwillen en valt op dek. Het dek schoonmaken laten we dan ook maar even zitten. Bij sluis 58N loopt het water al over de sluisdeur als we hem zien. We varen binnen en het water loopt ook aan de andere kant over de sluisdeuren de sluis in. Het water komt behoorlijk heftig naar binnen, dus weer flink aan de lijnen trekken. We varen afwisselend op rivier de Doubs en in het kanaal, het een gaat over in het ander en terug. Vaak loopt het kanaal naast de rivier met een scheidingswand. De volgende sluis is geen sluis maar een tunnel.
Nog verlicht ook met een soort van kerstverlichting. We komen aan bij Besancon en varen rond de stad. De minimale diepgang is 1,3 meter maar af en toe zien we 1,1 op de meter staan. Toch komen we er doorheen. In een klein jachthaventje kunnen we afmeren. De eerst gekozen plek is te ondiep, bij de tweede kunnen we erin. De bodem is gelukkig modderig dat scheelt. Het is prachtig weer en om een of vier gaan we de kant op. Dat treft; het is braderie op 13 en 14 oktober van 9.00 tot 19.00 uur. Straten vol met kooplui. Ca. vier keer de lappendag in Hoorn. We lopen langs de kramen en scoren een winterdekbed. Die hebben we straks nodig. We brengen de aankoop naar de boot en bezoeken wat mooie gebouwen en de citadel. Vandaag de laatste warme dag, dus nog op zoek naar een ijsje.
Dat wordt dan een pêche melba. Er wordt veel kleding aangeboden voor 6 en 10 euro. Dat kan natuurlijk niet. Na uren rondsjouwen stoppen we bij een kebabtentje bij de markt. Terwijl wij ons broodje kebab eten zijn de marktkooplui bezig de kramen op te ruimen. Enorme hoeveelheden kleding gaan van de rekken in grote bussen. Wij gaan om half 9 weg en dan zijn ze nog niet klaar. En morgen is er weer braderie, kunnen ze alles weer opbouwen. Op de boot spannen we een zeil over de kuip. Het kan vannacht al gaan regenen.
Zaterdag 14 oktober. Besancon – Deluz.
Vannacht heeft het geregend en er is regen voorspeld voor vandaag, dus we doen kalm aan. Voor de regen losbarst is Ron al drie keer naar het tankstation gefietst om de dieselvoorraad aan te vullen. Ik doe een ontdekking waar Ron blij van wordt. Ik zie lekkage in het aanrechtkastje en daar komt de waterlekkage vandaan. Gelukkig niet uit een watertank maar door het pompje van de voetpomp. Dat is wel jammer. Dat pompje bedien je met je voet en bespaart water omdat je dan meteen je handen onder de kraan kunt houden. Ron koppelt het pompje af. Ron gaat nog even snel naar de Lidl. Het is nu droog en we varen rond half vier weg uit de haven. We moeten eerst door een sluis die handmatig bediend moet worden. We leggen aan en Ron moet de deuren open draaien, een aan elke kant. Dan varen we de boot de sluis in en draait Ron handmatig de deuren weer dicht. Net als vroeger. Dan de schuif open zetten om het water er in te laten lopen. Er komt een rondvaartboot aan die ook door de sluis wil. Hij toetert een paar keer ongeduldig maar sneller kunnen wij ook niet. Eindelijk kunnen we de sluis uitvaren maar na de sluis is geen afmeergelegenheid om de deuren dicht te draaien. Dat doet iemand anders voor ons. Dan komen we bij sluis 48. Deze is heel hoog en vreselijk smerig. Het trappetje is spekglad. Snel twee lijnen aan elkaar geknoopt. Het water komt ook nog eens met een gigantische vaart naar binnen. Ik moet al mijn kilo’s in de strijd gooien om de boot aan de voorkant te houden, Ron helpt gelukkig even en rent dan weer naar achteren. Sluis 47 en 46 zitten aan elkaar. Sluis 47 heeft zowaar een schone trap maar sluis 46 heeft weer een vreselijk vieze trap en spekglad. We komen bij een klein haventje. Deluz. We zijn er om 10 voor 7 nog net op tijd voor de havenmeester. We hebben geen zin om te koken en vragen naar een restaurantje. De ene is dicht en de andere net geopend.
Een heel klein hamburgerrestaurantje, Laly Cheese, met binnen 8 zitplaatsen en buiten 12, maar daar is het nu te koud voor. Ze doet stukken vlees in een machine en er komt een hamburger uit die ze bakt. Hij smaakt geweldig en de huisgemaakte tiramisu maakt het af.
Zondag 15 oktober. Deluz – I’Isle sur le Doubs.We vertrekken om half 9.
Het is ‘s morgens best fris in de boot en dat wordt nog wel erger. We varen langs een ingestort fabriekspand.
Daar zouden ze bij ons zo yuppen appartementen van maken. Elke sluis is weer even anders. Steeds een verrassing. Soms staan de bolders zover uit elkaar dat er snel twee lijnen aan elkaar geknoopt moeten worden. Er kan ook maar een boot tegelijk in de sluis want er zijn maar een paar bolders en naast elkaar gaat ook niet. Bij elke sluis hangt ook keurig een reddingsboei in een kastje. Maar als je die nodig zou hebben moet je eerst ergens een sleuteltje vandaan halen. We zien regelmatig een ijsvogeltje laag over het water scheren. Felblauw als hij vliegt. Aan de oever zien we nog een man die op het punt staat te gaan zwemmen. Het water is 10 graden. We zijn bij sluis 40. In een verslag hebben we gelezen dat de bediening en de noodloop andersom zitten als alle andere bedieningen. Toch letten we niet op, kleuren zijn ook nauwelijks te onderscheiden door de smerigheid, en zetten we de noodstop in werking. Nu wachten we tot iemand de boel komt resetten. Binnen een kwartier komt er iemand en kunnen we verder. We moeten meerdere keren achteruit slaan om rommel uit de schroef te krijgen. Ook hier is fonteinkruid. Om half twee leggen we even aan om een broodje te eten. En weer door. Inmiddels hebben we in de gaten dat er een simpeler manier van sluizen is. We dachten dat we de paal niet mochten gebruiken. Maar dat mag wel.
Lijn op de paal vanaf de middenbolder. Achterlijn op de kant. Veel minder kracht nodig. We komen aan bij sluis 33. De deuren lijken open te gaan maar gaan niet verder als op een kier. Verder gebeurt er niets. Er is ook geen afmeergelegenheid. Ron vaart de boot naar de wal en springt eraf. Bij het sluiswachtershuisje hangt een oranje telefoon die we moeten gebruiken. Ron springt weer aan boord en het wachten is op iemand die het komt verhelpen. Binnen een kwartier komt er een dame. Ze maakt het sluiswachtershuisje open, drukt waarschijnlijk ergens op en de deuren van de sluis openen. We gaan weer. Het zonnetje erbij is goed te doen. De werking van de sluizen stopt om 19.00 uur en we hopen bij I’Isle sur le Doubs uit te komen. Dat lukt. Om vijf voor zeven meren we af aan de kade. We hebben vandaag 27 kilometer en 19 sluizen gehad. Nog 26 sluizen te gaan op dit traject tot we op 340 meter hoogte zitten. We hebben dan op het Rhone au Rhine canal 75 sluizen gehad. En daarna kunnen we de sluizen naar beneden nemen. De kachel aan en Ron bakt pannenkoeken.
Na het eten haalt Ron nog een tankje diesel. Het tankstation is op 40 meter, dichterbij kun je het niet hebben, en dan ook nog eens voor 1,77 de liter, en checkt de motor. Die is dit soort trips niet gewend. Het is een leuke plaats maar we nemen niet de tijd om het beter te bekijken. Het is te laat in het jaar. Misschien dat we deze tocht nog eens met de camper maken.
Maandag 16 oktober. l’Isle sur le Doubs – Froidefontaine.
Om half 8 de wekker. Het is 10 graden binnen dus nog even de kachel aan. Ron haalt brood en om half 9 varen we weer. De eerste sluis van vandaag, nummer 26 gaat vlot. Ik heb al drie dagen geen steek gebreid. De tijd tussen de sluizen is te kort om het op te pakken. We maken lange dagen en na het eten is het journaal kijken en nog even zitten. En vandaag zitten we dik ingepakt in de kuip. Gelukkig af en toe een zonnetje erbij. Om kwart voor elf hebben we 6 sluizen gehad en komen bij een brug waar we absoluut niet onderdoor kunnen. Nog voor we moeten bedenken wat te doen gaat de brug al open. Het is wel allemaal goed geregeld hier. En nu zijn we bij sluis 20. In plaats van dat de deuren openen gaat de kier tussen de deuren dicht. En verder geen reactie. Natuurlijk weer geen afmeerplekje hier, dus Ron springt weer op de wal om de storing te melden bij het lege sluiswachtershuisje. Nadat hij met zijn lenige lijf weer aan boord geklommen is gaat na enige tijd de sluis open en het licht op groen.
Daarna komt een medewerker aan, maar is de storing al opgelost. Wel jammer van de verloren tijd.
Bij sluis 11 zien we dat we over een naviduct in het kanaal sluizen, die over de Doubs heen gaat. Uiteindelijk komen we bij sluis 6. Er komt iemand van het VNF die uitlegt dat we na de brug moeten stoppen voor vandaag. Het is vijf uur. Morgenochtend om elf uur komt er nog een boot, waarschijnlijk een stel Duitsers die we in Ronchan al zijn tegen gekomen, en dan worden we met twee boten begeleid door de komende sluizen. We maken eten en bellen uitgebreid met Huub die een controle had in het AMC, het herstel gaat eigenlijk te langzaam.
Dinsdag 17 oktober. Froidefontaine – Montreux Chateau.
Ik word wakker van de kerkklok en tel de slagen. Hij beiert maar door. Ik tel 70 slagen, om half 7. Zeker de collectieve wekker voor het dorp. We slapen heerlijk onder het nieuwe dekbed. Om half 9 zitten we op de fiets om boodschappen en nog een kannetje diesel te halen, 7 km verderop. We kopen ook warme sloffen en sokken want de kajuitvloer is best koud.
Het is buiten ook koud, er ligt ijs op het dek. Om tien uur zijn we weer terug, maken de boel aan kant en drinken koffie. Inmiddels is het elf uur maar nog geen spoor van een andere boot of een mannetje van VNF. Om kwart voor 12 belt Ron op. Ja Place44 is bekend, hij gaat een collega bellen. We wachten af. De kerkklok slaat 12, dan nog 9 en dan nog veel meer. Collectieve lunchpauze? Dan komt er iemand van VNF. De boot waarop gewacht werd is er, maar het is een grote zwarte boot, genaamd Sinfonia en vaart onder Zwitserse vlag. Het is maar zeer de vraag of we samen in de sluis passen. De sluisdeuren gaan al open en het past. De mensen spreken Frans en Engels. Dat is handig. De sluis loopt rustig vol. Om vijf over een komen we bij de volgende sluis. Geen reactie als we op het bedieningspaneel drukken. Het zal wel lunchpauze zijn. Dit is zo jammer. Het is een prachtige vaardag maar we komen vandaag niet verder als het hoogste punt en morgen regent het. We gaan ook maar lunchen. De broodjes zijn nog niet gesmeerd als de sluis open gaat. Dus invaren en na deze sluis stopt het. We zitten op 340 meter hoogte en morgen gaan we naar beneden. We moeten morgen om 9 uur bij de eerste sluis zijn. Het is een prachtige dag. Alle warme kleding kan weer uit. Dus nog maar even genieten van de zon. We wandelen door Montreux Chateau en zien na vijf minuten een tankstation en een supermarkt. Hadden we dit eerder geweten dan was de exercitie van vanmorgen niet nodig geweest. Maar we halen nog wel een paar flessen wijn en alcoholvrij bier en maken er een rustig middagje van.
Woensdag 18 oktober. Montreux Chateau – Dannemarie.
Om vijf over 9 varen we de eerste sluis in. Een mooie jongen van VNF van een jaar in 25 begeleidt ons. Ongelofelijk dat hij geen Engels spreekt. We zijn heel snel de sluis weer uit en zien de volgende al liggen. Na een paar sluizen komt er nog een sluiswachter bij. We noemen hem baardmans, hij spreekt wel Engels. Het is al duidelijk dat we vandaag niet verder komen als Dannemarie. Iets met de waterhuishouding. De sluiswachter rijdt met een auto mee. De sluis staat dan al open en als we in de sluis zijn drukt hij op een knopje en gaan de deuren dicht. We zakken dan een meter of 4. Nu rijden er twee sluiswachters mee. Niet dat ze lijntjes aanpakken hoor, maar ze hebben het gezellig met elkaar. Intussen blijf ik op het voordek staan want de sluizen liggen erg dicht bij elkaar. Eindelijk nu tussen twee sluizen wat langere afstand, even snel een bakkie koffie drinken. Bij de veertiende sluis komt er nog een sluiswachter bij.
Het lijkt wel een klucht en na sluis 14 rijden er drie autootjes achter elkaar naar sluis 15. De logica ontgaat ons geheel. Sluis 16 heeft wat lastige bolders en baardmans pakt zowaar een lijntje aan. Dan zeggen ze ons gedag met de afspraak dat we morgen om 9 uur verder gaan. Vandaag hebben we in 2,5 uur 16 sluizen gehad en 5 kilometer gevaren. We worden opgewacht bij de haven van Dannemarie door een aardige havenmevrouw die ook nog Engels en Duits spreekt. Wat bijzonder. Het regent af en toe dus na de lunch met de paraplu op stap. We wandelen door het plaatsje en halen brood en eten voor morgen. Na het eten een warme douche op de haven en even later zitten we gezellig met het oventje aan. We hebben een klein radiatortje van 500 watt maar die krijgt het niet warm.
Met het oventje op 1000 watt wordt het aangenaam.
Donderdag 19 oktober. Dannemarie – Niffer.
Om kwart voor 9 varen we af en zoals voorspeld begint het te regenen wat het, volgens de voorspelling, ook de hele dag zal doen. De eerste sluis staat alweer open en ze verwachten dat we rond 5 uur bij Mulhouse kunnen zijn. Bij een sluis zien we een heel gezellige boel op de kant. Bij sluis 23 worden we gewaarschuwd voor minder diepgang. Dit kanaal, Canal du Rhone au Rhin, is aangelegd met een minimale diepte van 1,8 meter. Echter er stromen een paar zijriviertjes in uit en die brengen modder in het kanaal. De sluiswachter zegt dat de overheid er geen geld meer voor over heeft om die plekken te baggeren. Dat is jammer want doordat er drie van deze plekken zijn kan een boot met een grotere diepgang dit kanaal niet bevaren terwijl het bij elkaar om een paar honderd meter gaat. De rest van het kanaal is minimaal 1,6 meter en vaak dieper als 2 meter. Deze sluiswachter spreekt geen Engels, wel een paar woordjes Duits.
Hij rijdt mee met een auto, regenjas aan, regenjas uit. We liggen nog in een sluis en zijn al gezakt. Maar de deuren willen niet open. Dus gaan we weer omhoog en nog een keer naar beneden. Nu openen de deuren wel. Om half een gaat de sluiswachter lunchen en wij dus ook.
Na een ochtend in de regen staan gaat een gebakken ei er wel in.
Ron staat onder een afdakje, die is minder nat als ik. Om half 2 komen er twee andere sluiswachters.
Zij zetten de sluis in werking en bij de volgende sluis is onze ‘eigen’ sluiswachter er weer. Ze leggen uit dat er straks twee bruggen geopend moeten worden en dat kan alleen als ze met zijn tweeën zijn. Daarna zien we onze sluiswachter niet meer. De anderen doen het om en om en om 4 uur hebben we sluis 40. De laatste van deze serie. We worden hartelijk uitgezwaaid en varen door Mulhouse. Een klas schoolkinderen roept en zwaait en even later zelfs een club bouwvakkers die enthousiast naar ons roepen en zwaaien. Na 1,5 uur naderen we Niffer en zien aan bakboord een haventje. We willen afmeren maar door de stroming mislukt de eerste poging. Als we de tweede willen wagen roept een man uit een boot dat we niet aan mogen leggen. De haven is van een Fransman en die is er niet. Vreemd verhaal. Hij wijst naar een klein riviertje waar een haventje zou moeten liggen. De ingang is vrij smal en het stroomt ook behoorlijk. Tegen de stroom in komen we na een kwartiertje inderdaad bij een kleine jachthaven, zien een plekje en meren af. We bellen de havenmeester die binnen 10 minuten bij ons is. Een erg aardige man die de tijd neemt voor een praatje. Hier voelen we ons welkom. Ze hebben hier een prachtig clubhuis, maar in dit jaargetijde is er weinig te doen.
Na het eten nog een journaal en omdat de Wifi van de haven goed werkt kunnen we ook nog even andere tv kijken.
Vrijdag 20 oktober. Niffer – Breisach am Rhein.
Om 7 uur word ik wakker van de kerkklok. Ik tel tot 7 en kom uit bij 70. Dat is wel bijzonder, gisteren ook al. En precies zoals gisteren begint het te regenen als we losgooien. Ron maakt contact met de sluismeester van Kembs en de sluis staat op groen als we uit het riviertje komen. We zakken snel 14 meter en varen nu op het Grand Canal d’Alsac en weer door naar de volgende sluis, Ottmarsheim, met een verval van 15 meter zonder drijvende bolders. Ondanks de stromende regen gaat het mooi. We zitten onder ons afdakje en hebben 3 á 4 km stroom mee. Alleen horen we af en toe 8 piepjes van de motor, denken we, en Ron kan niet vinden waar het aan ligt. Alles ziet er goed uit en er branden geen lampjes. Nog wat koelvloeistof erbij maar dat was ook eigenlijk niet nodig. Gezocht op internet maar niet gevonden. Nog gebeld met de dealer maar die wist ook niet wat het kan zijn. Sluis Fessenheim ging ook heel snel.
We konden binnen 10 minuten naar binnen en het sluizen ging heel snel met gelukkig drijvende bolders. We komen maar een paar vrachtschepen tegen. Bij de vierde en laatste sluis, Vogelgrun, moeten we even wachten op een vrachtschip die eerst de sluis in gaat. Daarna gaan we erin en gaat het sluizen weer snel. We varen nog even door naar Breisach am Rijn en vinden een plekje bij de motorbotenclub om half 3. We weten inmiddels dat het de AIS (Automatisch Identificatie Systeem, hiermee kun je schepen zien varen op de elektronische kaart) is die piept, als er een schip dichtbij onze boot komt, maar die had Ron al zacht gezet. Toch weer die 8 piepjes, zeer irritant. Uiteindelijk blijkt dat de piepjes uit het tablet komen. Geluid uitgezet en nu maar hopen dat dit echt het probleem was. Allang al blij dat het niet een probleem met de motor is. Eerst de boel maar eens kant. Om half zes gaan we de kant op. Ron heeft gereserveerd bij een Vietnamees restaurant en we gaan even kijken waar dat is. Om zes uur zijn we weer terug want dan zou de havenmeester komen. Die komt niet, dus de ingevulde gevulde enveloppe in de brievenbus gedaan. Ze hebben hier een klein haventje met een prachtig ruim clubgebouw met terras en zitjes aan het water. We gaan naar het restaurant en zijn er om half 7. Even later hebben we een glas wijn voor ons. We bestellen en even later hebben we de borden al voor ons. Om 7 !!! uur willen we een dessert bestellen. We kiezen ijs uit. Dat hebben ze helaas niet dus om kwart over 7 staan we buiten en lopen we nog een rondje in de altstatte.
Zaterdag 21 oktober. Breisach am Rhein – Straatsburg.
Ron komt bij de bakker vandaan met brood en de enige echte Schwarzwalder kirschtorte. Na het ontbijt vertrekken we om half 9. We hebben 15 km te gaan tot de volgende sluis Marckolsheim. We hebben een mijl stroom mee, het is droog en de zon komt er ook nog bij. Inmiddels varen we om 20 over 12 sluis Rhinau uit. Het sluizen gaat snel. We zakken snel en met drijvende bolders gaat het heel gemakkelijk. We kijken ervan op hoeveel haventjes we tegen komen met best veel boten terwijl je dus altijd tussen sluizen zit. We zien ook diverse zeilboten liggen hier. Als je door de sluis wil moet dan toch de mast naar beneden.
Het uitzicht op de Rijn is best saai. Veel industrie en verder veel bomen.Ook sluis Gerstheim gaat vlotjes. Bij Straatsburg moeten we wachten tot de sluis is teruggeschut met een groot schip van 135 meter lang en 12 meter breed. Dan komt er nog een groot schip aan en het spijt de sluiswachter zeer maar dat schip is te lang om erbij te passen. Er is geen afmeergelegenheid dus je ligt hier maar wat te dobberen en een beetje heen en weer te varen. We lagen hier om half 4, tis nu kwart voor 5. Er komen steeds grote schepen waar wij niet achter kunnen liggen en ernaast mag niet. Uiteindelijk dobberen we 3,5 uur voor we de sluis in kunnen. Het is al donker als we de sluis uitvaren. Om 8 uur zijn we bij een haventje. Er is geen plaats vertelt iemand. Hij vraagt of we Engels verstaan. Ja en dan begint hij in het Frans te roepen. Ecluse kilometer. We draaien om en bij een niet in werking zijnde sluis leggen we aan. We kunnen niet de wal op, er staan hekken omheen, maar die behoefte hebben we ook niet meer. We trekken een blik soep open en eten er een broodje bij.
|Zondag 22 oktober. Straatsburg – Speyer. Km-paal 400.4.
Om 9 uur de afvaart. Het is fris maar wel met een zonnetje. We laten Straatsburg achter ons. We zijn er een paar jaar geleden al eens geweest en we willen nu de laatste sluizen door. Het voelt toch als een soort van gevangen, afhankelijk zijn van anderen. We komen bij sluis Gambsheim en moeten even wachten op een cruiseschip die uit de sluis komt. Daarna kunnen we er vlot in. We zijn de enigen. Om kwart voor elf varen we er al weer uit. Sluis Ifferzheim, de laatste sluis tot Enkhuizen, gaat ook vlot en nu komen we op sterk stromend water. We varen 10,3 km per uur maar met de stroom gaan we ruim 17 km vooruit.
We hebben 6 á 7 km stroom mee. Het is wel vreemd sturen zo en intensief. De vrachtschepen zoeken op de Rijn de minste tegenstroom op en de meeste diepte omdat de waterstand lager staat als normaal. Normaal houd je rechts aan net als op de weg maar dan nemen ze dus de andere wal als dat beter uit komt.
Ze moeten dan wel een blauw bord voeren zodat tegenliggers dat kunnen zien. En dat doen ze dus vaak niet voor sportboten. Dus goed uitkijken waar de kribbetjes liggen. Kribbetjes zijn strekdammetjes die ongeveer 100 meter uit de kant de rivier insteken en zijn bedoeld om de rivier in bedwang te houden. De rivier blijft zo op breedte en er treedt minder schade op aan de oevers. Dan gaan wij naar de ondiepe kant van het vaarwater. We komen in om half 6 aan in Speyer, een plaats nog nooit van gehoord. We hebben vandaag 2 sluizen gehad en 105 km gevaren.
We kunnen afmeren aan een langssteiger en Ron gaat gelijk om diesel uit. De steiger heeft een codeslot dus eerst de havenmeester gebeld. Die gaf de code maar die blijkt alleen te zijn om van de steiger af te komen. Niet om weer terug te komen. Ik open het hek en Ron geeft mij de tankjes en gaat op zoek naar een parkeerautomaat waar hij een kaartje voor een overnachting moet kopen. Na wat rondvragen blijkt die aan de andere kant van de haven te staan en is, zelfs voor Ron, behoorlijk ingewikkeld. Maar afijn, ruim een half uur later is alles in orde en gaan we naar een echt Duits familierestaurant waar we heerlijk eten.
Na het eten wandelen we door de stad en langs de Dom over oude pleintjes.
Prachtige panden hier in oude straatjes. En we treffen het weer. Er staat een grote kermis en er is bierfeest. Na een rondje lopen we weer naar de boot.
Maandag 23 oktober. Speyer – Oppenheim. Km-paal 480.
Ron haalt nog wat diesel en ik vul de watertank. Intussen maak ik de zijkant van de boot schoon die er door alle vieze sluizen niet meer uit ziet.
et is mistig dus we kunnen nog niet weg. Om kwart voor 10 vertrekken we en na een kwartier zit het weer dicht. Gelukkig kunnen we op de AIS de andere schepen zien want het is best druk met vrachtverkeer. We besluiten een grindgat in te gaan maar voor we er zijn is het weer helder en kunnen we doorvaren met ruim 4 km stroom mee. Het schiet lekker op maar om kwart over 11 trekt het weer dicht. Het is niet verantwoord om door te varen. We varen het eerste vaartje aan de rechterkant in maar de damwand is zo diep en ruig dat we daar de boot niet vast kunnen leggen. De volgende dan maar, maar daar is geen aanlegmogelijkheid. Dus toch de rivier maar weer voorzichtig op en het derde vaartje in.
Daar is een scheepswerfje waar we een vrije plek zien. We meren af om 12 uur en Ron gaat de wal op om te vragen of we hier mogen liggen tot de mist is opgetrokken en dat mag.
We eten intussen een broodje en gaan om half 2 weer op pad. Ondereg zien we veel nieuwe tractors op de kant staan.
We komen om 5 uur aan in Oppenheim.
Op internet staat dat de jachthaven mogelijk gesloten is, maar we kijken wel. Er zijn drie kleine jachthaventjes en inderdaad gesloten. Maar er is nog een lange steiger vrij en daar meren we af naast een motorboot aan de andere kant van de steiger. Er komt een man uit de boot, hij is zijn boot winterklaar aan het maken. Het is eigenlijk geen ligplaats en er is geen havenmeester, dus blijf maar mooi liggen. Hij wijst ons hoe we aan wal kunnen komen. Via een paal een grote stap op keien en dan een berm opklimmen, een heel gedoe, maar we liggen gratis, dus geen gezeur. We besluiten uit eten te gaan bij een Grieks restaurant. Het is er druk en erg leuk, we eten heerlijk en gaan weer terug naar de boot. Nu is het nat en donker en moeten we het dijkje naar beneden en over de keien de stap naar de steiger. Het is donker en bijgelicht door de zaklamp van de telefoon komen we toch weer veilig aan boord.
Dinsdag 24 oktober. Oppenheim – Sankt Goar. Km paal 557 km.
Ron gaat weer naar de bakker en het tankstation wat hier heel dichtbij is. We vertrekken vanwege mist om ruim 10 uur in de regen. Bij km paal 499 zijn we bij Mainz. Het regent nog steeds maar met koffie en een gebakje is het goed uit te houden. We zitten droog en door de warme kleding hebben we het niet koud.
Er ligt een cruiseboot aan de kant. Best sneu zo’n Rijnreisje in de regen voor ruim 1000 euro.
We varen langs slot Biebrich. Je kunt wandelen in de prachtige tuinen. Aan de andere kant van het water zien we caravans op poten, bang voor hoog water in de winter. Het waterpeil is nu nog te laag voor de tijd van het jaar.
Hier op de kant ook weer veel wijnranken. Bij paal 530 zijn we bij Rudesheim en wordt het vaarwater vrij smal waardoor de stroom sterker wordt.
We gaan met ruim 20 km over de grond.
Aan weerszijden van de trein lopen treinrails waar heel veel goederenwagons rijden. Prachtige omgeving hier.
We varen langs de Loreley.
De legende gaat dat zij hier treurige liederen zat te zingen waardoor schepen werden afgeleid en vergingen.
Het zal meer met de sterke stroming te maken hebben, maar het is een leuk verhaal. Om 4 uur komen we bij een haventje wat we hebben opgezocht. Het ziet er bijzonder uit en er is geen plek voor ons. We gaan 2 kilometer terug. De stroom hadden we 6 km mee, en nu dus tegen. Dat duurt iets langer. Dit is wel een haventje en ze hebben lange steigers maar….door de lage waterstand in de Rijn staat er maar 90 cm water en we komen niet in de buurt van de steiger. Aan het begin van dit haventje liggen boten en pontons die nodig zijn voor het onderhoud van de boeien in de Rijn. Er staat nergens dat we niet aan mogen leggen dus uit nood maar aan het tankponton vastgemaakt. Ron is nog bang dat we weggestuurd worden en wil meteen van boord. We wandelen het pad af. Er staat een hek voor maar met wat handigheidjes kunnen we langs de zijkant klimmen en kunnen we naar het centrum van Sankt Goar. Het supermarktje is tot 6 uur open en we halen wat boodschappen. En we kijken waar we zullen gaan eten. Het wordt zo wel een beetje decadent. Het eerste restaurant wat we uitgezocht hebben heeft een briefje op de deur. Gesloten van 17 oktober tot maart 2024. We lopen door het centrumpje. Heel veel winkels en restaurants zijn dicht. We zien een restaurant dat open is en krijgen een van de laatste tafeltjes. In Duitsland wordt al vroeg gedineerd. Wat ook bijzonder is, is dat aan de buitenkant van restaurants al aangegeven wordt dat alleen cash betaald kan worden.
Ron heeft varkenshaas met champignonroomsaus en spätzle, een deegachtige iets en en ik cordon blue met friet en salade, geen geringe porties. Het is heerlijk en met een toetje en elk een glas wijn zijn we nog geen 60 euro kwijt. Leuke prijzen hier in Duitsland.
Woensdag 25 oktober. Sankt Goar – Mondorf. Km paal 660.
We zijn niet weggestuurd en hebben heerlijk geslapen. Ron neemt via de marifoon contact op met een tegemoet komend schip om te vragen of het mistig is richting Koblenz. Nee geen mist. Om half 9 alweer onderweg. Onderweg zien we veel kasteeltjes en prachtige gebouwen.
Fort Ehrenbreitstein Fortress kun je bezoeken met een kabelbaan die over de Rijn gaat.
Bij Deutches eck staat een gedenkteken van keizer Wilhelm I. Rond half 12 begint het te regenen en dat houdt niet meer op. Het is best druk met binnenvaart maar het blauwe bord wordt nu wel goed gebruikt. In de regen komen we aan in Mondorf waar we een plekje zien waar we gaan liggen. Er is een havenmeester en we krijgen een kaart om het hek te openen. Later is het droog en kunnen we nog de wal op.
De logstand op de boot geeft 35 km minder aan als de 103 km die we vooruit gekomen zijn. Dus 30% gratis gevaren door de stroom.
Donderdag 26 oktober. Mondorf – Düsseldorf. Km paal 743.
Er is sprake van mist maar als Ron een schip oproept voor informatie wordt gezegd dat het kraakhelder is. Tegen 10 uur vertrekken we en zien weer leuke panden aan weerszijden. Bij paal 666 zien we enorme wolken de lucht in gaan. Er wordt afgefakkeld. Dat dat nog toegestaan is hier met de huidige milieuregels. Het is behoorlijk druk vandaag met beroepsvaart en het gebruik van de blauwe borden. We speren er weer over.
Op een enkel spatje na houden we het droog en om half vier meren we af in de jachthaven van Düsseldorf.
Er komt gelijk iemand op ons af om een plekje je wijzen. Als Ron vraagt waar we diesel kunnen tanken blijkt dat een hele onderneming te zijn. Maar hij heeft wat jerrycans van 20 liter op de haven en daar kunnen we 20 liter van overnemen. De haven rekent 20 euro liggeld, 3 euro voor stroom, 6 euro voor 2 x douchen en btw dan wordt dat 34 euro voor een nacht. Heel bijzonder, we zien het later pas. De havens zijn aardig aan de prijs, meestal 25 euro, als je bedenkt dat je in Broekerhaven 15 euro betaalt voor een boot van 10 meter.
We gaan de wal op en lopen langs het water waar bijzondere vormen van architectuur te zien zijn. Daarna naar de altstatte, waar eigenlijk niet veel van de altstatte te zien is. In de winkels is alles al kerst. Er staan zelfs al kerststukjes in de winkel.
Die zullen tegen de kersttijd de naalden wel kwijt zijn. Dan gaan we naar een Ganeesh restaurant waar we heerlijk eten.
Vrijdag 27 oktober. Düsseldorf – Wesel. Km paal 816.5
We worden wakker en het drupt op het dek. Als we om 9 uur vertrekken regent het nog. Voordeel van veel regen is dat we nog meer stroom mee hebben. We zien onderweg veel industrie en af en toe een aardig gebouw helaas meestal verwaarloosd. Het blijft regenen maar tijdens het afmeren om half 2 is het even droog. We eten eerst een broodje en gaan dan de wal op.
Het plaatsje is 2 km verder. We gaan naar de supermarkt, morgen komt de familie Harbers Broers op bezoek als we in Arnhem zijn, en daar hebben we nog wat voor nodig. In de druipende regen lopen we ook nog even door voor een kop koffie.
We krijgen een enorme bak koffie met appeltaart en echte slagroom. Daar knap je van op. We komen terug en melden ons aan bij de haven. We lezen nog even de krant en eten daarna echt super lekker bij het Bootshuis bij de haven.
Een aanrader.
Zaterdag 28 oktober. Wesel – Arnhem. Km paal 880.
Het is droog en om 9 uur varen we alweer. Het is druk op het water, binnenvaart lijkt wel dag en nacht door te varen. Bijgaande foto zien we op een scherm in de kuip. Dit zien we op het scherm van de AIS. De rode pijl is onze boot. De groene en rode vlekjes zijn binnenvaartschepen. Groen is nog wat veraf, en rood is dichtbij. De rechtopstaande staafjes zijn boeien. Het is dus zaak goed vooruit en achteruit te kijken wat de beroepsvaart doet. We zien een gebouw beschilderd met Alpen. Er staat ook een soort van kermis naast. Google maps laat zien dat dit Kalkar is. Wunderland Kalkar is ontstaan uit de voormalige kerncentrale “Schneller Brüter”.
In 1995 heeft de Nederlander Hennie van der Most deze kerncentrale gekocht en omgebouwd tot een hotel-, vergader- en vrijetijdscentrum. Net over de grens bij Arnhem en Nijmegen, temidden van mooi aangelegde tuinen en vijverpartijen.
Ik stuur mijn nichtje Noortje een berichtje en we spreken af om half 4. We gaan nog even naar de Lidl voor een brood en pindakaas die Ron erg heeft gemist. Om half 4 komen Noortje, Bastiaan, Nina en Max aan boord. Heel gezellig.
Ze hebben streekproducten mee.
Om te eten zoeken we een snackbar op want nergens kun je een patatje pindasaus kopen buiten Nederland.
Zondag 29 oktober. Arnhem – Kampen. Km paal 996.
Zodra het licht is, half 8 nieuwe tijd, varen we weg. Er is harde wind voorspeld voor deze week dus we zetten een tandje bij om eerder thuis te zijn. We hebben op de IJssel de wind in de rug en flink stroom mee, dus dat gaat lekker. We varen langs Doesburg. Van oorsprong een leuke stad maar de hele boulevard staat volgebouwd met appartementen. We houden het droog en om drie uur meren we af in de oude haven van Kampen. We hebben afgesproken met Nita en Henk om hier te gaan planken (een vier gangen menu, geserveerd op planken) bij de Stadsherberg en als we vastliggen komen ze al aanlopen.
We zitten eerst nog een tijdje in de boot en wandelen daarna naar de stadsherberg.
Maandag 30 oktober. Kampen-Broekerhaven.
We wandelen eerst nog even door het altijd leuke Kampen en varen om 10 uur in de zon de IJssel weer op. Nog een 1,5 mijl stroom mee. Bij de Ketelbrug hoeven we voor het eerst niet te wachten op bediening en kunnen we er zo onderdoor.
Nu wordt het water wat woeliger. De balans is wat uit de boot doordat de mast niet rechtop staat maar horizontaal ligt.
Om 10 over 2 varen we de allerlaatste sluis in van de trip, nummer 147 bij Enkhuizen. Met wat we hebben meegemaakt is deze 20 cm een lachertje. We varen door naar Broekerhaven waar Nita, Henk, tante Martje, Peter van L, Peter K. en Huub ons verwelkomen.
En hier houdt het voorlopig op. We zitten nog vol ideeën en plannen dus er komt vast ooit weer nieuws op Place44.nl
Het vertrek van de Place44 op 13 juni 2022. Aankomst Place44 op 30 oktober 2023.
Het is een heftige intensieve trip geweest. 1620 kilometer en 147 sluizen in krap vier weken, elke dag varen. Deze reis hadden we over een aantal jaren in drie, vier maanden in de zomer willen doen als we weer thuis zouden komen.
place44@gmail.com
Het verloop van mijn gezondheid houden we bij op Kankerenzo 2023, maar eerder als eind december zal daar geen nieuws op verschijnen.